Flanders' FOOD Inspiration Days maken voedingssector warm voor de industrie 4.0

28.08.2017

Hoe kunnen voedingsbedrijven zich voorbereiden op een toekomst waar digitalisering en big data de bestaande businessmodellen challengen? En hoe kan de sector die digitale veranderingen omarmen en overschakelen naar “industrie 4.0”? Die uitdagingen vormen het uitgangspunt van de Flanders’ FOOD “Inspiration Days” die de speerpuntcluster van de Vlaamse agro-voedingsindustrie op 19 en 20 september organiseert. Inge Arents en Veerle De Graef, algemeen directeur en innovation manager bij Flanders’ FOOD, geven hun visie over het onontgonnen potentieel voor voedingsbedrijven.

Bio Bakkerij De Trog wint de 'Factory Of The Future' award (2016)

Wat gaan voedingsbedrijven leren op de Flanders’ FOOD Inspiration Days?

Inge Arents : Met de Flanders' FOOD Inspiration Days willen we bedrijven aanzetten om fabrieken van de toekomst te worden. Ik bedoel daarmee fabrieken die mee zijn met de evolutie naar digitalisering op tal van vlakken. Tijdens die twee dagen kunnen bedrijven concreet ervaren hoe ze trends en nieuwigheden kunnen gebruiken om processen en producten te innoveren. We voorzien lezingen, demo’s en workshops met de focus op vier thema’s, waaronder digitalisering en procesefficiëntie. De bedrijven krijgen er tips & tricks om verder zelf aan de slag te gaan om ‘fabrieken van de toekomst’ te worden.

Wat zijn de uitdagingen van de voedingsindustrie op vlak van digitalisatie ?

Veerle De Graef: "Big data” en hoe om te gaan met al die kennis die digitalisering met zich meebrengt: dat is volgens ons de grote uitdaging waarmee onze bedrijven te maken krijgen. Vlaamse voedingsbedrijven zijn op dat vlak helaas geen voorlopers vandaag, vooral in vergelijking met Nederland en Duitsland. Bedrijven moeten nu vooral de click maken dat het belangrijk is nù de eerste stappen te zetten en alvast met kleine aanpassingen hun processen te verbeteren en efficiënter te worden. Dat komt de rentabiliteit van bedrijven sowieso op korte termijn ten goede. Er ligt een pak onontgonnen potentieel in de beschikbare data die onze bedrijven vandaag al hebben en waarmee ze hun productieproces kunnen bijsturen.

Maar we moeten verder gaan met die digtalisering en beter worden in databeheer, anders riskeren ze niet mee te zijn met de toekomst. Dat kan stap voor stap, zolang het maar gebeurt. We willen onze bedrijven aansporen om vanuit automatisatie en automatisch meten data te genereren die ze ook effectief gaan gebruiken. Data verzamelen via allerlei sensoren is één zaak, belangrijk is deze data om te zetten naar relevante informatie en die dan ook effectief te gebruiken. Dat is in essentie de “industrie 4.0”, waar de Vlaamse overheid ook sterk op inzet.

Wat houdt bedrijven tegen om die stappen te zetten?

Veerle De Graef: Die overstap gaat mogelijk ook gepaard met een verschuiving van de kennis of Intellectual Property (IP). Vandaag vormt die verschuiven in de ogen van veel bedrijven een bedreiging voor de privacy en voor hun businessmodel. Maar het zou vooral een incentive moeten zijn om dat businessmodel in vraag te stellen en zo nodig bij te sturen.

"Digitalisering komt als een boemerang op onze bedrijven af en we willen iedereen daarin meekrijgen"

Inge Arents: Alles is geconnecteerd en we willen bedrijven helpen om van die connecties gebruik te maken. Het gaat er niet alleen om data binnen de fabriek, maar men moet ook de link leggen met de data op niveau van de verschillende schakels in de agro-voedingsketen. Een voorbeeld daarvan is het project WheatData, waarbij data van tarwe-productie wordt bepaald voor het analyseren en modelleren van bloemkwaliteit. Via demo's en workshops helpen we bedrijven om op basis van predicatieve modellen verdere stappen te ondernemen.

Wat is de rol die jullie als innovatie-cluster spelen om voedingsbedrijven hierbij te helpen?

Inge Arents: Onze rol is in de eerste plaats bedrijven bewust maken van het feit dat digitalisering fundamentele veranderingen met zich meebrengt. We focussen daarom steeds meer op projecten die de overstap naar industrie 4.0. helpen maken. Onze bedrijven moeten sowieso inzetten op ‘Operational Excellence’ om concurrentieel te blijven, door onder andere de loonkostenhandicap. De stap richting industrie 4.0 is een stap richting meer efficiëntie en past dus binnen de nood van de sector.

Gaat industrie 4.0 vooral over het aanpassen van productieprocessen?

Inge Arents: Nee, de mogelijke impact van digitalisering is breder. We kijken bijvoorbeeld ook naar de impact op arbeidsorganisatie en job competenties. We moeten de ambitie hebben om kortgeschoolde medewerkers van onze bedrijven te ondersteunen om te kunnen werken met nieuwe en digitale technologieën. Denk daarbij bijvoorbeeld aan “smart glasses” die operatoren helpen om complexe machines te bedienen. Of denk aan tablets die een oudere medewerker stap-voor-stap begeleiden doorheen het werkproces en daardoor stress reduceren.

De soort competenties die bedrijven in de toekomst nodig hebben zullen dus ook veranderen. Samen met Alimento hebben we daarom een project ingediend om die nieuwe profielen in kaart te brengen. We voorspellen dat bedrijven overspoeld zullen worden door jonge nieuwe talenten met leuke ideeën. Er is dus nood aan een raamwerk om die ideeën in te passen. De arbeidsorganisatie zal veranderen: operatoren zullen nog altijd nodig zijn, maar zullen een andere en nieuwe invulling krijgen.

Digitalisering is duidelijk populair, maar wat gaan we leren uit de andere thema’s tijdens de Inspiration Days?

Veerle De Graef: Van alle thema’s is het inderdaad digitalisering dat we het meeste op onze bedrijven voelen afkomen. Maar andere aspecten blijven ook belangrijk. Op vlak van duurzaamheid en circulaire economie zijn landbouw en voedingsindustrie duidelijke voortrekkers, maar de uitdaging hier is hoe en wat bedrijven nog meer en beter kunnen doen, en voor ieder van ons met onze eigen noden en behoeftes.

"Op een dag ga je opstaan, je vinger tegen een spiegel houden en die zal u zeggen dat je een banaan moet eten."

Inge Arents: Voeding ontwikkelen die beantwoordt aan de individuele noden van de consument, en niet enkel op basis van de smaak, is één van de uitdagingen voor de toekomst. Hier speelt opnieuw het belang van data. Nieuwe datatechnieken combineren met genetische inzichten geven nieuwe mogelijkheden om gepersonaliseerde voeding te ontwikkelen. Stel je voor: op een dag ga je opstaan, je vinger tegen een spiegel houden en die zal u zeggen dat je een banaan moet eten. Biosensoren en apps zijn enkele van de nieuwe technologieën die hun opmars maken in de voedingsindustrie en daar moeten voedingsbedrijven op inzetten om zich te connecteren aan de consument van de toekomst. 

Wil je bedrijf zich ook voorbereiden voor digitalisering en een fabriek van de toekomst worden? Schrijf je dan zeker in voor de “Inspiration Days” op de website van Flanders’ FOOD

Voor meer informatie en vragen, neem contact op met Veerle De Graef