Werkgelegenheid in de voedingsindustrie

De werkgelegenheid blijft toenemen

In 2022 was de voedingsindustrie veruit de grootste industriële werkgever in België. De teller voor de sector stond op 100.546 banen. In vergelijking met 2021 zijn er dit jaar meer dan 2.600 banen bijgekomen. Dit is een toename met 2,6%. Dit strookt met de voortdurende stijging van het aantal jobs in de voedingsindustrie sinds 2015 (en zelfs sinds 2010 als we de ambachtelijke bakkerijen buiten beschouwing laten).

Ook in de rest van de verwerkende industrie nam het aantal jobs toe, maar de stijging is minder uitgesproken (+1,5%). Ongeveer de helft van de in 2022 gecreëerde industriële jobs is afkomstig van de voedingsindustrie.

Het aandeel van de voedingsindustrie in de industriële werkgelegenheid neemt dan ook toe. Van 18,6% in 2014 is het gestegen tot 20,7% in 2022.

​​​

Toevlucht tot tijdelijke werkloosheid

De voedingsindustrie was sterk getroffen door de volledige of gedeeltelijke sluiting van talrijke verkooppunten (horeca, foodservice, export) wegens overmacht door het coronavirus in 2020. Ze nam daarom haar toevlucht tot tijdelijke werkloosheid en dan voornamelijk in het 2e kwartaal.

In 2021 kwam de werkgelegenheid weer terug op het niveau van vóór  het coronatijdperk. We merken op dat bedrijven de tijdelijke werkloosheidsmaatregel nog steeds nodig hadden om de verschillende besmettingsgolven op te vangen.

In 2022 bleef het werkgelegenheidsvolume sterk groeien (+3,8%). Voorzichtigheid is echter geboden aangezien deze cijfers betrekking hebben op het tweede kwartaal. De economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne zijn in de loop van het jaar in crescendo voelbaar geworden.

Ook in de rest van de verwerkende industrie is sprake van een herstel van de werkgelegenheid na het covid-jaar. Toch ligt het niveau in 2022 nog ver onder dat van de voorgaande jaren.

 

Verdeling van de werkgelegenheid

De 3 grootste sectoren in termen van werkgelegenheid zijn de bakkerijsector, de vleesindustrie en de sector verwerking en conservering van groenten en fruit. Samen zijn zij  goed voor 53% van de totale werkgelegenheid.

Vergeleken met 2008 kende de werkgelegenheid in bedrijven met minder dan 50 werknemers een relatieve daling (-9 procentpunten) ten voordele van grote bedrijven met meer dan 500 werknemers (+10 procentpunten). De daling bij de kleinste bedrijven is vooral te wijten aan het verdwijnen van de ambachtelijke bakkerijen.