Standpunt rond zogenaamde ‘ultrabewerkte voeding’

09.02.2024

Om gezondere keuzes te maken, moeten consumenten inzicht hebben in de nutritionele kwaliteit van voedingsproducten en weten hoe vaak ze deze kunnen eten en in welke hoeveelheden.

Als voedingsindustrie dragen we bij aan een gezonder voedingspatroon. Daarom werken we dag na dag verder aan een evenwichtiger voedingsaanbod op de Belgische markt en geven we consumenten op verschillende manieren een duwtje in de rug om vaker voor de gezondere keuzes te gaan.

De talloze voordelen van bewerking   

Laat ons niet vergeten dat het bewerken van voedingsmiddelen heel wat voordelen oplevert, zoals:  

  • Langere houdbaarheid 
  • Minder voedselverspilling 
  • Betaalbaarheid 
  • Minder energie- en waterverbruik (in vergelijking met het scenario waarbij elk huishouden alles zelf bereidt) 
  • Porties die aangepast zijn aan het verbruik (bv. alleenstaanden of kleine gezinnen) 
  • Gemak: kwalitatieve voeding voor personen die niet veel tijd hebben of niet (voldoende) zelf kunnen koken 
  • Voeding die aangepast of verrijkt is voor mensen met bijvoorbeeld allergieën, intoleranties of verteringsproblemen 

In het algemeen geloven we dat als we de volledige wereldbevolking willen voeden op een kwalitatieve en duurzame manier, de industriële bewerking van voeding en het gebruik van innovatie en technologie een belangrijke rol spelen.

Geen duidelijke definitie van ‘ultrabewerkte voeding’   

De NOVA-classificatie is een voedselclassificatiesysteem dat voedingsmiddelen in categorieën indeelt op basis van hun bewerkingsgraad. NOVA hanteert 4 categorieën, die gaan van onbewerkte of minimaal bewerkte voeding tot ‘ultrabewerkte voeding’ of ‘ultra processed food’. Het classificatiesysteem houdt daarbij geen rekening met de nutritionele kwaliteit van het voedsel. 

Sinds de ontwikkeling van NOVA in 2009, duikt de terminologie rond ‘ultra-processed food’ overal op, vaak ook als manier om de industriële bewerking van voeding in een negatief daglicht te zetten. Nochtans is de NOVA-classificatie niet wetenschappelijk gevalideerd en bestaat er noch op Belgisch niveau, noch op Europees of internationaal niveau een algemeen erkende definitie van ‘ultrabewerkte voedingsmiddelen’. 

De Hoge Gezondheidsraad geeft in haar voedingsaanbevelingen voor de Belgische Bevolking, de Food Based Dietary Guidelines (FBDG), duidelijk aan dat “er op dit ogenblik geen eensgezindheid is omtrent de classificatie van voedingsmiddelen naargelang de mate van bewerking.” Eenzelfde boodschap komt van de Britse Scientific Advisory Committee on Nutrition (SACN), een onafhankelijke adviesgroep, die in een recent rapport over ‘ultrabewerkte voedingsmiddelen’ de beperkingen van de NOVA-classificatie benadrukt .

Ook in de Scandinavische voedingsaanbevelingen van juni 2023 is de conclusie dat de categorisering van voedingsmiddelen als ‘ultrabewerkte voedingsmiddelen’ niets toevoegt aan de al bestaande voedingsmiddelenclassificaties en aanbevelingen in de Nordic Nutrition Recommendations 2023. Verder geeft ook onderzoek gepubliceerd in The Lancet aan dat zogenaamde ‘ultrabewerkte’ voeding zeker niet per definitie als ongezond kan worden bestempeld .    

Bijna alle voedingsmiddelen moeten bewerkt worden om eetbaar en smakelijk te zijn (zoals granen), veiligheid te garanderen (zoals pasteurisatie) of het hele jaar door verkrijgbaar te zijn (zoals ingeblikte, gedroogde en ingevroren groenten en fruit). Bewerkingsmethodes die op voedingsmiddelen toegepast worden, zijn bijv. snijden, pasteuriseren, invriezen, fermenteren, koken, bakken, verpakken. Al deze bewerkingen gebeuren niet alleen in voedingsbedrijven, maar ook in de horeca en in de keuken thuis. 

Als additieven aan voeding toegevoegd worden, dan gebeurt dit omwille van hun specifieke functie, bijvoorbeeld om de smaak te verbeteren, de structuur te behouden, de houdbaarheid te verlengen en voedselverspilling tegen te gaan. Kortom, het gaat over de instandhouding van de voedingskwaliteit van het levensmiddel. De toevoeging van additieven heeft echter niets te maken met de mate waarin een product bewerkt wordt.

Bovendien is elk additief dat in voeding gebruikt wordt, geëvalueerd door de European Food Safety Authority (EFSA). Van elk additief wordt de veiligheid in voedingsmiddelen dus gegarandeerd en het toevoegen ervan draagt bij aan een specifieke nood.  

Uiteindelijk is het de nutritionele kwaliteit van het eindproduct die telt  

Een causaal verband tussen de mate van bewerking van voeding en de negatieve impact ervan op de gezondheid, is op dit moment niet wetenschappelijk aangetoond en verder onderzoek zal op dit vlak duidelijkheid moeten brengen. 

Wat we als voedingsindustrie wel in acht nemen om gezondere voedingskeuzes gemakkelijker te maken, is de nutritionele kwaliteit van voedingsproducten. En daar spannen onze bedrijven zich dag na dag voor in, om de samenstelling van hun producten verder te verbeteren. 

In het verleden zetten onze voedingsbedrijven reeds succesvol in op zout- en caloriereductie, alsook op de eliminatie van transvetzuren.  Recent maakten onze zuivelsector en frisdrankensector nog bekend dat ze in de periode van 2012 tot 2020 het gehalte aan toegevoegde suikers in hun producten met respectievelijk 12% en 20% lieten dalen. 

Met ons nieuwe engagement dat we in oktober 2023 lanceerden, het "Nutri-Pact: een coalitie voor beter eten", werken onze bedrijven verder aan de nutritionele verbetering van hun producten. Ze doen dit door in te zetten op de prioriteiten van de Food Based Dietary Guidelines en meer volkoren granen, groenten en fruit, peulvruchten en noten en zaden toe te voegen aan hun productaanbod. Waar mogelijk, verminderen ze het suiker- en zoutgehalte. En voor de producten waarvoor er geen productformuleringen (meer) mogelijk zijn, zetten ze in op kleinere portiegroottes.  

Wij zijn overtuigd dat wij deel uitmaken van de oplossing, en de consument kunnen helpen en ook stimuleren om voor de gezondere voedingskeuzes te kiezen. Maar we mogen niet vergeten dat overgewicht en obesitas complexe en multifactoriële fenomenen zijn. Het is dus essentieel om met de Belgische overheden en andere sectoren die voedingsmiddelen aanbieden, samen te werken om consumenten te helpen om te kiezen voor een meer evenwichtige levensstijl.