Wat zijn onze prioritaire vragen voor beleidsmakers?

  • Verzeker jobs en jobcreatie door verdere verlaging van de loonkostenhandicap via lastenverlaging, loonmatiging en de herziening van de automatismen in onze loonvorming.
  • Verlaag de administratieve lasten verbonden aan tewerkstelling.

Wat is de uitdaging naar de toekomst?

De voedingssector is de grootste industriële werkgever van België. In 2017 zorgden onze ondernemers voor bijna een kwart miljoen jobs via rechtstreekse en onrechtstreekse tewerkstelling. Dit is een stijging met 2,2% tegenover 2016. 1 op de 5 jobs in de industrie komt voort uit de voedingsindustrie.

De loonkostmaatregelen van de afgelopen jaren werpen hun vruchten af, maar de verdere afbouw van de loonkostenhandicap is belangrijk. Ook na de taxshift bedraagt deze nog steeds 16,4%. Van de toegevoegde waarde gaat bovendien 57% naar loonkosten. De voedingsindustrie is tot slot een echte kmo-sector: 96% van de werkgevers stelt minder dan 100 werknemers tewerk.

Het behoud van jobs en verdere jobcreatie kan enkel door die jobs betaalbaar te houden en de loonkost dus verder te doen dalen. Bovendien zijn eenvoudige, soepele regels en formaliteiten essentieel. Ten slotte is een sociaal overleg dat mee jobs en jobcreatie ondersteunt cruciaal.

 

Hoe neemt de voedingsindustrie haar verantwoordelijkheid?

Onze bedrijven investeren, innoveren en exporteren voortdurend, en zorgen zo voor jobs. De tewerkstelling die onze bedrijven creëren in Vlaanderen, Wallonië en Brussel is essentieel voor de koopkracht van honderdduizenden gezinnen.

Bovendien zorgen onze ondernemers voor een stabiele tewerkstelling: ruim 87% van de werknemers is immers aan de slag met een contract van onbepaalde duur. Ze investeren bovendien sterk in opleiding op de werkvloer en brengen zo nieuwe werknemers en werknemers in gewijzigde functies nieuwe, voornamelijk hard skills, bij. Voedingsbedrijven nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid door het aantrekken en tewerkstellen van een verscheidenheid aan profielen.

Wat vragen we van beleidsmakers?

Federaal

  • Verdere verlaging van de loonkostenhandicap via lastenverlaging, loonmatiging en de herziening van de automatismen in onze loonvorming.
  • Volledige uitvoering van de taxshift voor alle lonen, met een aanpassing en indexering van de lageloongrens die rekening houdt met de loonindexeringen die plaatsvonden sinds 2016.
  • Verhoging van de korting op bedrijfsvoorheffing voor onderzoek, innovatie en ploegenarbeid.
  • Extra werken aantrekkelijk maken doordat werknemers die extra werken meer cash overhouden.
  • Een kader creëren voor proefprojecten rond arbeidsorganisatie, loonbeleid, samenwerkingsvormen en langer werken.
  • Het kader creëren voor een proactief sociaal overleg waarbij ook vakbondsafgevaardigden in bedrijven mee de afspraken kunnen formaliseren, interims bij algemene actiedagen hun werk behouden en stakingen het laatste middel zijn.

Federaal/regionaal

  • Minder administratieve lasten verbonden aan tewerkstelling, door verdere vereenvoudiging en digitalisering van de personeelsadministratie en via het automatisch toepassen van doelgroepenkortingen en RSZ-kortingen (e-government ten dienste van werkgevers).

Vlaanderen/Wallonië/Brussel

  • De financiële ondersteuning voor investeringen in opleiding en leren op de werkvloer verhogen. Hou bij wijzigingen van de financiële ondersteuning in opleiding en coaching de realiteit in voedingsbedrijven voor ogen, waarbij zeer veel op de werkvloer wordt opgeleid.
  • Verder stimuleren van het inzetten van verschillende profielen, zoals laaggeschoolde en oudere medewerkers, bijvoorbeeld door doelgroepenkortingen.