Voedingsindustrie gebruikt kleurstof titaniumdioxide enkel in veilige vorm

16.11.2016

Brussel, 16 november 2016 - FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, benadrukt dat voedingsproducenten titaniumdioxide alleen in een veilige vorm als kleurstof in voedingsmiddelen gebruiken. Voedselveiligheid is en blijft immers de eerste bekommernis van voedingsproducenten. Met enkele verklaringen in de media zaait toxicoloog Alfred Bernard verwarring over het gebruik van titaniumdioxide in de zogenaamde nano-vorm, waarin minuscuul kleine deeltjes aanwezig zijn. De voedingsindustrie gebruikt echter alleen de niet-nano variant waarvan de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) recent nog de veiligheid bevestigde (1).

Veiligheid bevestigd door Europese Voedselveiligheidsautoriteit

Voor de voedingsindustrie zijn voedselveiligheid en kwaliteit de eerste zorg. Belgische voedingsproducenten gebruiken daarom alleen ingrediënten waarvan de veiligheid door de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) is bevestigd. Dit geldt ook voor het gebruik van titaniumdioxide (TiO2/E171), een kleurstof die door Europa is goedgekeurd voor gebruik in voedingsproducten. Op 14 september herbevestigde de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) in een opinie de veiligheid van het gebruik van titaniumdioxide in voedingsmiddelen.

Titaniumdioxide in de voedingsindustrie

Titaniumdioxide komt in de natuur voor als een mineraal element. Titaniumdioxide wordt gebruikt als pigment en wordt dan titaanwit genoemd. De voedingsindustrie gebruikt het pigment als witmaker in bepaalde voedingsproducten, bijvoorbeeld als onderlaag voor de kleurlaag van snoep en in kauwgom. Het additief komt ook voor in talrijke toepassingen buiten de voedingsindustrie, zoals bijvoorbeeld in tandpasta of in medicijnen. De voedingsindustrie gebruikt titaniumdioxide echter alleen in de niet-nano vorm. Het is immers enkel in die vorm dat titaniumdioxide voor een witte kleur zorgt.

Nanomaterialen

Nanomaterialen bestaan uit heel kleine deeltjes die niet zichtbaar zijn met het blote oog. Ze komen van nature voor in voedingsproducten, die soms al eeuwen geproduceerd worden via traditionele technieken zoals het fijn malen van bloem. Recente wetenschappelijke inzichten laten het ook toe om technisch vervaardigde nanomaterialen te produceren die potentieel interessante toepassingen bieden voor voeding. Denk daarbij onder meer een grotere voedselveiligheid, bijvoorbeeld door bacteriën tegen te gaan, of aan voordelen op het vlak van voeding en gezondheid (een betere opname van vitamines of verminderen van zoutgehalte zonder aan smaak in te boeten). Vooraleer deze technisch vervaardigde nanomaterialen op de markt kunnen komen, moeten ze een zeer strikte Europese goedkeuringsprocedure doorlopen (Novel food procedure). Voedingsproducenten die technisch vervaardigd nanomateriaal gebruiken moeten dit bovendien op het etiket te vermelden.

(1) Zie https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/4545