Opinie: het glas is halfvol

08.02.2019

Februari staat niet meteen bekend als de meest vrolijke maand van het jaar: de feestdagen zijn net achter de rug, onze goede voornemens blijken toch niet zo gemakkelijk vol te houden als gedacht, en aan het begin van de Tournée Minérale lijken de zomerse cocktails nog heel ver weg... Aan de andere kant: de dagen verlengen, de lente ligt in het verschiet en er ligt nog een gans jaar voor ons om dingen te ondernemen en te doen bewegen! Beschouwen we het glas dan als halfleeg of halfvol? Bij Fevia werpen we graag een optimistische blik op de toekomst.

Nochtans gaven de kranten ons de voorbije weken genoeg redenen om te mopperen. Wat te denken over de vergelijking die enkele wetenschappers in het Britse blad The Lancet maken tussen de voedingsindustrie en de tabaksindustrie? Wie haalt het in zijn hoofd om een sector die vele levensnoodzakelijke, kwalitatieve producten maakt en dagelijks investeert in innovatie en onderzoek om die producten nog verder te verbeteren, zo te schofferen? Moet dezelfde sector het zichzelf verwijten dat hij ook vele lekkere producten maakt die de consument een dagelijkse portie plezier en geluk verschaffen?

Klik hier om onze reactie op het rapport in The Lancet te lezen

Natuurlijk erkennen we dat er uitdagingen zijn. En we kunnen best tegen een portie kritiek, tenminste als die constructief en onderbouwd is. Maar de – we wikken onze woorden – nogal ongenuanceerde manier waarop de voedingsindustrie hier met alle zonden van Israël beladen wordt, schiet behoorlijk in het verkeerde keelgat. Hoe kun je dan het glas nog als halfvol aanzien? En toch, kijk maar naar wat er in de praktijk gebeurt wanneer de voedingsindustrie en de overheid samenwerken. In ons land slaagden we er de voorbije jaren samen in om het aanbod qua voeding en dranken evenwichtiger te maken met het Convenant Evenwichtige Voeding, dat we afsloten met minister van volksgezondheid De Block.

Marketing naar kinderen toe is nog zo’n domein waarover we regelmatig kritische vragen krijgen. Je kunt toch niet zomaar ongelimiteerd marketing voorzien naar kinderen die daar nog niet mee kunnen omgaan? Natuurlijk niet! Net daarom engageren onze bedrijven zich met The Belgian Pledge om enkel reclame te maken voor producten die voldoen aan specifiek nutritionele criteria. Nog een voorbeeld? In Vlaanderen zorgden we er samen met de overheid voor dat het aanbod aan frisdranken en tussendoortjes op scholen steeds evenwichtiger wordt. We werken daarnaast op heel wat terreinen mee aan een beter klimaat: een beter waterbeleid, energie-efficiëntie, minder en betere verpakkingen en meer recuperatie en recyclage ervan, een slimme en betere mobiliteit. Ook daar boeken we resultaten.

Ontdek in het online duurzaamheidsverslag van de voedingsindustrie meer concrete initiatieven

Onze sector neemt dus haar verantwoordelijk en volgt haar engagementen op. We beweren daarmee niet dat alles perfect loopt, maar we zetten wel stappen in de goede richting. Soms zijn dat grote stappen – wanneer het kan! – maar soms zijn dat vele kleine stapjes die we geleidelijk aan nemen zodat we ook de consument en onze andere stakeholders in ons verhaal kunnen meenemen.

Het meest recente voorbeeld van een constructieve samenwerking met de overheid, zijn de nieuwe Vlaamse richtlijnen voor gezonde broodjes op scholen. Volkoren brood, variatie in beleg en meer groenten: zo kan je in enkele woorden die nieuwe richtlijnen samenvatten die ministers Crevits en Vandeurzen lanceerden.

Klik hier om de tekst met de richtlijnen te downloaden

Deze richtlijnen zijn perfect in lijn met de onlangs gepubliceerde ‘Global burden of disease’ studie. Zowel een te lage consumptie van volle granen als een te lage consumptie van groenten staan in de top 5 van risicofactoren voor de volksgezondheid in België. Duidelijke prioriteiten dus, waarop de nieuwe richtlijnen, na overleg met de sector, een gepast antwoord proberen bieden.

Dat antwoord is niet, zoals Het Nieuwsblad onterecht kopte, het afraden van salami en ham als broodbeleg. Logisch ook: de consumptie van zowel vlees en vleesproducten komen niet in de top 5 van risicofactoren voor. Hier en daar wordt er – helaas! - al eens uit de bocht gegaan in de communicatie over voeding. Maar laten we vooral het glas halfvol zien: deze nieuwe richtlijnen zijn een constructief pleidooi voor meer variatie, en dat kunnen we alleen maar toejuichen als stem van een sector die dagelijks tussenkomt in het leven van de mensen en steevast inzet op kwaliteit, diversiteit en innovatie!

Conclusie: samen kunnen we dingen in gang zetten, verandering brengen en doelen bereiken. Maar dan wel met ons als voedingsindustrie, als verantwoorde partner, mee aan tafel! Samen kunnen we vooruit gaan!