Nederland stoot Frankrijk van de troon als grootste uitvoermarkt

30.05.2013

Brussel, 23 april 2013 - Ondanks een moeilijke economische context nemen de tewerkstelling in de Belgische voedingsindustrie en de uitvoer toe (+ 5,1%). Nederland stoot Frankrijk voor het eerst van de troon als belangrijkste uitvoermarkt voor Belgische voedingswaren. De hoge loon- en energiekosten zetten de groei van de sector echter onder druk aangezien de rentabiliteit in 2011 sterk gedaald is (-8,8%).

Ondanks een moeilijke economische context is 2012 opnieuw een groeijaar voor de Belgische voedingsindustrie. De omzet is ten opzichte van vorig jaar gestegen (+ 1,8% tot 46,6 miljard euro), alsook de uitvoer (+5%) en de tewerkstelling. Zo wordt thans meer dan 52% van de verkoop van voedingsmiddelen buiten België gerealiseerd, waarbij vooral wordt uitgevoerd naar onze directe buurlanden Frankrijk, Nederland en Duitsland. En voor het eerste jaar vertegenwoordigt Nederland de belangrijkste uitvoermarkt voor Belgische voedingswaren.

Groei van export en werkgelegenheid

De studie die FEVIA presenteerde benadrukt ook dat de uitvoer naar de nieuwe lidstaten en naar verder verwijderde uitvoermarkten - de Verenigde Staten en Japan – stijgt, evenals de uitvoer naar de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). Zo bekleedde Brazilië vorig jaar de vierde plaats van onze verre exportlanden en kende de uitvoer naar China een forse groei (+ 53 %).

In termen van tewerkstelling tekent de voedingsindustrie met 89.372 banen voor het tweede jaar op rij een stijging op. Het voorbije decennium kende de sector een toename met 1,6% terwijl de werkgelegenheid in de industrie als geheel met meer dan 21% is gedaald.

Deze resultaten versterken de positie van de voedingssector als een pijler van de Belgische economie en maken het mogelijk om vooruit te lopen op de tussentijdse doelstellingen van het ambitieuze project FOOD2015. Dit plan FOOD2015 werd in december vorig jaar gelanceerd onder leiding van Bernard Deryckere, de nieuwe voorzitter van FEVIA. Het streeft ernaar de positie van de Belgische voedingsindustrie als dé wereldwijde referentie inzake uitmuntendheid van de voeding te versterken en beoogt tegen 2015 een groei met 1 miljard euro voor de binnenlandse markt en 5 miljard euro voor de export.

Rentabiliteit van de sector onder druk

Ondanks deze goede resultaten zetten de hoge loon- en energiekosten in België de groei van de sector echter sterk onder druk aangezien de rentabiliteit volgens de laatste beschikbare cijfers in 2011 met 8,8% gedaald is en de omzet op de Belgische markt is in 2012 met 1,6% gedaald.

“De voedingssector zet zeer mooie economische prestaties neer, zowel op het vlak van de tewerkstelling als van de uitvoer en uiteindelijk van de handelsbalans. Deze prestaties zijn echter niet houdbaar op lange termijn indien geen structurele maatregelen worden genomen om de loonlasten en de energieprijzen in België te verminderen”, aldus Bernard Deryckere. “Die maatregelen moeten er snel komen als we de toekomstperspectieven voor de Belgische industrie willen veiligstellen.”

Er zijn thans aanwijzingen, zoals de terugval van de groei in de tweede helft van 2012 en de daling van het binnenlands verbruik, dat 2013 wel eens een moeilijk jaar zou kunnen zijn voor de voedingsindustrie.