Frans protectionisme benadeelt Belgische voedingsbedrijven

06.07.2016

Brussel, 6 juli 2016 – De Europese Commissie gaf dinsdag het groen licht aan Frankrijk om gedurende twee jaar een verplichte oorsprongsetikettering voor melk en vlees als ingrediënten in voeding “uit te testen”. Dit initiatief van de Franse overheid is overduidelijk een vorm van protectionisme en treft vooral producenten uit kleinere landen met een open economie zoals België. Voor FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, ondergraaft deze politieke beslissing van de Europese Commissie het principe van de eengemaakte Europese markt. De sector roept de Belgische overheden dan ook op om de nodige stappen te zetten om verder protectionisme in Europa een halt toe te roepen.

Adieu eengemaakte Europese markt?

Franse voedingsproducenten zullen de komende twee jaar verplicht zijn om de exacte oorsprong van zuivel of vlees in hun producten op het etiket aan te duiden. Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat bedrijven die kazen of worsten in Frankrijk produceren en daar op de markt brengen expliciet op het etiket moeten vermelden of ze Belgische melk of vlees bevatten. Franse producenten zullen er dus alle baat bij hebben om vooral in te kopen bij leveranciers van Franse melk en vlees. En het is natuurlijk evenzeer te vrezen dat Franse distributeurs Belgische zuivel- en vleesproducten links zullen laten liggen.

Het is dan ook onbegrijpelijk dat de Europese Commissie het basisprincipe van “vrij verkeer van goederen” hiermee op de helling zet. “Het invoeren van verschillende etiketteringsregels voor producten gemaakt binnen of buiten Frankrijk staat gelijk aan het optrekken van handelsbarrières. Vooral producenten uit kleinere landen met een open economie zoals België zullen hierdoor minder competitief worden. Na de Brexit is dit opnieuw een bedreiging voor de Belgische voedingsindustrie,” waarschuwt Jean Eylenbosch, voorzitter van FEVIA.

De Commissie heeft ook niet duidelijk gemaakt op welke manier de kwaliteit van deze voedingsproducten gebonden is aan de oorsprong ervan, nochtans een vereiste die wettelijk voorzien is. De beslissing om Frankrijk deze test toe te laten, staat haaks op de conclusie die diezelfde Europese Commissie amper twee jaar geleden maakte in haar eigen rapport. Toen stelde de Commissie dat de consument niet bereid is te betalen voor zo’n verplichte oorsprongsetikettering, dat de administratieve last niet te overzien is en dat het een negatieve impact op de Europese handel zou hebben.

Na Groot-Brittannië en Frankrijk straks ook Italië?

FEVIA is beducht voor een toenemende trend naar meer protectionisme in Europa, nu ook reeds verschillende andere landen, waaronder Italië, plannen hebben kenbaar gemaakt in de richting van een verplichte oorsprongsetikettering. De Belgische voedingsindustrie groeide de voorbije jaren vooral door export: ten opzichte van 2011 met maar liefst 15,0%. Frankrijk blijft als belangrijkste handelspartner verantwoordelijk voor een vijfde van de totale Belgische uitvoer aan voedingsproducten.

“Onze voedingsbedrijven moeten eerlijk de concurrentie kunnen aangaan op basis van hun geleverde kwaliteit. Deze zogenaamde “test” rond verplichte oorsprongsetikettering is niet meer dan een doorzichtige poging om te verhinderen dat Franse bedrijven bijvoorbeeld Belgische zuivel of vlees in hun producten verwerken of dat Franse distributeurs Belgische zuivel- of vleesproducten in de rekken leggen,” aldus Chris Moris, directeur-generaal van FEVIA. “We roepen alle Belgische overheden dan ook om op de handen in elkaar te slaan om de competitiviteit van Belgische voedingsbedrijven te vrijwaren.”