Ligt er morgen nog brood op de plank?

01.02.2022

Toegegeven, de titel van dit opiniestuk klinkt misschien een tikkeltje alarmistisch. Als het van onze ondernemers en food heroes afhangt, moeten we niet direct lege winkelrekken vrezen. Maar dat we dagelijks blijven genieten van duurzaam geproduceerde lekkere voeding en dranken van topkwaliteit is misschien toch iets minder vanzelfsprekend dan velen lijken te denken.

Vanuit een andere veelgehoorde vraag “Wat Eten We Morgen?”, lanceerden we recent een strategisch plan waarmee we als Belgische voedingsindustrie toekomstgericht willen samenwerken aan een duurzamer voedingssysteem. Zo’n visie op langere termijn vinden we belangrijk. Het is het bewijs dat we als sector gedreven worden door een grote zin voor verantwoordelijkheid. 

Maar vandaag moeten we ook even stilstaan bij de uitdagingen op de kortere termijn. De opmars van de omikron-variant kunnen we onmogelijk negeren. Zelfs al is het virus gelukkig minder ziekmakend, het slaat wilder om zich heen dan ooit. De enquêtes die we de voorbije weken afnamen bij onze voedingsbedrijven liegen er niet om: bijna 1 op de 8 werknemers is momenteel afwezig. Dat heeft onvermijdelijk een impact op de productie, maar zoals wel vaker tijdens deze coronacrisis houden onze bedrijven gelukkig stand. 

Met dank aan onze ondernemers en food heroes. De verantwoordelijkheidszin die zij blijven tonen om de voedselbevoorrading te garanderen, verwachten we ook van anderen. Van de vakbonden bijvoorbeeld, om tijdens deze crisis mee draagvlak te geven voor pragmatische, werkbare en flexibele oplossingen om onze bedrijven draaiende te houden. We mogen nu geen tijd verliezen met nodeloze administratieve rompslomp in de zoektocht naar werkbare oplossingen, in het belang van iedereen!

De federale regering heeft gelukkig de boodschap begrepen en keurde een pakket aan maatregelen goed die meer flexibiliteit mogelijk maken om uitval van werknemers intern en extern op te vangen. Geen dag te vroeg voor de vele ondernemers die met de meest creatieve oplossingen op de proppen komen. Tot en met het inschakelen van taxi’s om hun food heroes die langer werken ’s avonds veilig thuis af te zetten. Van verantwoordelijkheidszin gesproken! 

We kijken ook nadrukkelijk naar onze partners in de keten, in het bijzonder naar de retailers als kanaal naar de consument, om mee verantwoordelijkheid op te nemen. In de huidige omstandigheden vragen we begrip voor het feit dat leveringen vertraging kunnen oplopen door de impact van de vijfde golf van het coronavirus. In die context boetes opleggen, zelfs al zijn die contractueel bepaald, zou dan ook onbillijk zijn. Zorgen voor de voedselvoorziening is een gemeenschappelijke missie, ook en vooral in deze moeilijke omstandigheden. Onze bedrijven stellen daarvoor alles in het werk.  

Want de impact van de omikron-variant speelt zich af tegen een minstens even grote uitdaging: die van de ongekende en aanhoudende kostenverhogingen die het prijskaartje om voeding en dranken te produceren enorm de hoogte in drijven. Dat de energieprijzen ongekende hoogte bereiken is intussen welbekend en treft onze energie-intensieve sector midscheeps. Net zoals de oplopende prijskaartjes voor grondstoffen, verpakkingen en voor transport, bijvoorbeeld via zeecontainers. 

Het is dan toch niet meer dan logisch dat onze bedrijven die kosten willen kunnen doorrekenen aan hun klanten? Dat bepaalde retailers in de media insinueren dat voedingsbedrijven misbruik willen maken van deze crisis, is dan ook bijzonder cynisch. De realiteit is dat een duurzaam voedingssysteem niet mogelijk is op een economisch kerkhof. Onze bedrijven moeten voldoende marge overhouden om te innoveren en te investeren in duurzame oplossingen en in de voeding en jobs van morgen. Dat vergt economische duurzaamheid. 

We vragen van onze ketenpartners dan ook om te blijven samenwerken aan duurzame antwoorden op de vraag “Wat Eten We Morgen?” en om verder te kijken dan kortetermijnwinst. Om ook in de toekomst te blijven genieten van de kwaliteit, diversiteit, efficiëntie, innovatie en knowhow van onze Belgische bedrijven moet er opnieuw meer balans komen in de verhoudingen en afspraken tussen de schakels van de keten. Iedereen, tot en met de consument, moet bereid zijn om daarvoor een correcte prijs te betalen. 

Het goede nieuws is dat dit geen wishful thinking is. De consumentenenquête die Fevia vorig jaar liet uitvoeren door Why5 Research, bevestigde dat een groeiend deel van de consument gevoelig is voor duurzaamheid en daar tot op zekere hoogte voor wil betalen. 

Ondanks de turbulente tijden voor onze voedingsbedrijven hebben we dus ook reden om optimistisch naar de toekomst te kijken. Zolang we samenwerken en verantwoordelijkheidszin tonen en onze bedrijven kunnen blijven investeren in innovatieve, lekkere, veilige en duurzaam geproduceerde voeding en dranken zal er morgen weldegelijk brood op de plank liggen!