Minder taksen, meer ontvangsten
Wat als het verlagen van taksen de Staat meer zou opleveren? Dat is de weg die minister van Financiën Jan Jambon zou kunnen inslaan, geïnspireerd door de beroemde Laffer-curve. In een context waarin grensaankopen explosief zijn gestegen en de fiscale ontvangsten stagneren, zou deze aanpak de trend wel eens kunnen omkeren. Door de fiscale lasagne op dranken te verminderen, zou België niet alleen de consumptie terug thuis halen, maar ook onze bedrijven een welkome boost geven. Een strategie die economisch gezond verstand en fiscaal pragmatisme combineert.
Laffer-curve : trop d’impôt tue l’impôt
De Laffer-curve is een economisch concept dat in de jaren 1970 populair werd gemaakt door de Amerikaanse econoom Arthur Laffer. Het illustreert de relatie tussen het belastingtarief en de fiscale ontvangsten van de staat. Volgens deze theorie bestaat er een optimaal belastingniveau waarboven een verhoging van de belastingen leidt tot een daling van de inkomsten, omdat dit werken en investeren ontmoedigt of aanzet tot belastingontduiking.
Historisch gezien gaat dit idee terug op denkers als Ibn Khaldoun en Jean-Baptiste Say, die al hadden opgemerkt dat “te veel taks de taks doodt”. Laffer heeft deze intuïtie geformaliseerd in de vorm van een bell curve: bij 0 % belasting ontvangt de staat niets; bij 100 % ontvangt hij ook niets, omdat niemand werkt voor een inkomen dat volledig in beslag wordt genomen.
In het geval van indirecte taksen (btw, accijnzen, verpakkingsheffing) wordt deze curve beïnvloed door een bijkomende factor: grensaankopen. Wanneer de taksen relatief te hoog worden, wenden consumenten zich tot buurlanden om dezelfde producten tegen lagere prijzen te kopen. Dit fenomeen vermindert de nationale belastinggrondslag en versterkt de daling van de ontvangsten tot onder het optimale punt. Zo wordt de Laffer-curve asymmetrisch en verschuift de top naar lagere tarieven.
In deze context kan het verstandig zijn om de indirecte taksen te verlagen, van punt A naar punt B te gaan. Een verlaging van de taksen kan binnenlandse aankopen stimuleren, de consumptie terugbrengen, de nationale economische activiteit ondersteunen en, paradoxaal genoeg, de fiscale ontvangsten verhogen. Het is een win-winstrategie voor consumenten, bedrijven en de Staat.

Een keerpunt in het Belgische fiscale beleid
De Laffer-curve heeft inderdaad weerklank gevonden in tal van fiscale beleidsmaatregelen over de hele wereld. Ze is gebaseerd op een eenvoudig idee: boven een bepaalde drempel wordt het verhogen van belastingen contraproductief. In het geval van een klein land wordt deze drempel vaak overschreden zonder dat de beleidsmakers zich bewust zijn van de gevolgen. Het resultaat: consumenten steken de grens over om hun winkelwagentje te vullen, en de staat loopt zowel inkomsten als economische activiteit mis.
Met onze fiscale handicap, vooral op drank, is België extra kwetsbaar. De cijfers spreken voor zich: in 2024 waren grensoverschrijdende aankopen goed voor bijna 750 miljoen euro, waarvan een derde voor drank. Het directe fiscale verlies wordt geschat op 140 miljoen euro. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Daarachter gaan de “niet-creatie” van meer dan 4.450 banen en het verlies van 350 miljoen aan toegevoegde waarde schuil.
Op basis van de logica van Laffer stelt minister Jan Jambon een op het eerste gezicht contra-intuïtieve maar veelbelovende aanpak voor: de lasagne taksen (accijnzen en verpakkingsbijdrage) verlagen om de ontvangsten te verhogen. Het doel is duidelijk: de Belgische prijzen concurrerender maken, consumenten stimuleren om in ons land te kopen en zo de fiscale ontvangsten verhogen en tegelijkertijd onze agrovoedingsketen ondersteunen.
Deze hervorming zou een keerpunt kunnen betekenen in het Belgische belastingbeleid. Ze zou aantonen dat het soms efficiënter is om minder te belasten. En dat op het vlak van fiscaliteit, net als in de economie, intelligentie vaak schuilt in het juiste evenwicht.