Ondernemers tussen veerkracht en afgrond

07.10.2022

“Aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen”, zo zegt het spreekwoord. Onze ondernemers zijn het inderdaad gewoon om uitdagingen recht in de ogen te kijken en om met bepaalde risico’s om te gaan. Ook in tijden van crisis zoeken ze zelf naar oplossingen. Elke dag opnieuw. “Veerkracht” heet zoiets en die is in overvloed aanwezig bij onze voedingsbedrijven. Maar vandaag volstaat veerkracht alleen niet langer! De storm van de kostencrisis heeft een zware impact en dreigt verschillende van onze voedingsbedrijven aan de rand van de afgrond te brengen. 

Dringt de ernst van de situatie wel voldoende door bij onze beleidsmakers? Beseffen ze wat het betekent als de veer breekt bij de grootste industriële sector van ons land? We verzamelden hieronder een selectie van de vele getuigenissen die we bij Fevia dagelijks horen van onze ondernemers. Stuk voor stuk gezonde, dynamische en vooruitziende bedrijven die al jaren zorgen voor lekkere, kwalitatieve en innovatieve producten, voor jobs en investeringen in ons land en voor duurzame oplossingen. Zij vormen het fundament van onze economie en zij hebben het potentieel om ons morgen uit de crisis te loodsen. Maar dan moeten onze beleidsmakers beseffen dat we vandaag meer dan ooit in hen moeten investeren, met meer, snellere en gerichte steun. 

Lees hier hoe beleidsmakers de veerkracht van onze bedrijven kunnen steunen

Ivan De Keyser, Breydel: “Onze maandelijkse energiekost steeg van 9.000 euro in de zomer van 2021 naar 55.000 euro tegen oktober 2022: dat is voor ons niet meer betaalbaar! We worden gedwongen om gekke dingen te doen, zodat we ook deze crisis kunnen overwinnen.” 

​​​​​​

Lionel Van der Haegen, Brasserie de Silly: “Ondanks de installatie van 400 zonnepanelen die 25% van onze elektriciteitsbehoefte dekken, is onze maandelijkse elektriciteitsrekening 4,5 keer hoger dan vóór de crisis! Deze stijging van de energiekosten vreet zodanig aan onze winstmarge dat er geen ruimte meer is  om te investeren, of we zelfs gedwongen zullen worden om de productie te staken.”

Yves Servotte, Confiserie Elise: “De stijgingen van de recente energieprijzen zijn compleet disproportioneel en kunnen niet omgezet worden in een additionele prijsverhoging van voeding en dranken. Kmo’s, waaronder de onze, bouwden de afgelopen jaren zorgvuldig hun financiële reserves op.

Die worden nu, op enkele maanden tijd, compleet onderuitgehaald ten voordele van een paar (internationale) energiebedrijven. De financiële veerkracht van het Vlaamse kmo-weefsel wordt onherstelbaar te grabbelen gegooid! Het stuk eigen financiering om mee de nodige transformaties en innovaties te onderbouwen? Dat is weg!”

Piet Sanders, Ter Beke: “Ter Beke zet de zeilen bij om de impact van de hoge kosteninflatie voor arbeid, energie en grondstoffen te bewaken en deze op een verantwoordelijke manier door te rekenen aan de klanten – al gebeurt dit soms met vertraging. Elke externe steun om deze verhogingen te laten afnemen, is meer dan welkom om de duurzame groei in onze Europese en Belgische context te vrijwaren. Daarnaast blijft het belangrijk dat elke speler in de distributieketen verantwoord omgaat met kosten en marges zodat de consument zijn met zorg voor kwaliteit en smaak geproduceerde producten blijft vinden aan betaalbare en faire prijzen.”

Arnaud Bonnel, Food n’Joy: “Onze onderneming bestaat uit 25 werknemers. Voor ons betekent een automatische indexering in 2023 het equivalent van 3 extra werknemers die niet omgezet kunnen worden in effectieve mankracht. In 2023 zullen we onze loonkloof met onze buren dus verder vergroten. Waarom wordt de automatische indexering niet uitsluitend toegepast op de lagere lonen? Daar waar de nood het hoogst is!”

Jan Borms, Vondelmolen: “Dit jaar lopen de energiekosten op tot een tiende van onze omzet: gas ging maal tien in prijs, elektriciteit maal vijf. Die gestegen kosten kunnen we moeilijk doorrekenen aan onze klanten, want onze prijzen zijn door de bijkomende stijgingen al gauw achterhaald. Ons land telt te veel grootwarenhuizen, die bovendien vaak op prijs concurreren. We leven in uitdagende tijden. Wie geen spaarpot heeft, riskeert een faillissement. Dat geldt zeker voor jonge bedrijven met veel bankschulden.”

Olivier de Cartier, Copains Group: “De huidige crisis brengt de diversiteit van de bakkerijsector in België en haar hele waardeketen ernstig in gevaar. De boeren en hun gezinnen rekenen op onze activiteit om kwaliteitstarwe te produceren ten voordele van de Belgische consumenten. Ons land raakt meer en meer geïsoleerd en het risico bestaat dat we steeds meer producten zien uit landen met goedkope arbeid en/of landen die wel maatregelen nemen om de energieprijzen te plafonneren.”

Evelyn Denys, Delino: “Door de dure prijzen voor grondstoffen, verpakkingsmaterialen en energie waren we al genoodzaakt flinke prijsstijgingen door te voeren. De loonkosthandicap ten opzichte van onze buurlanden bedraagt momenteel zo’n 20%. Hoewel we als bedrijf het liefste willen dat onze mensen, maar ook de consument hun levensstijl kunnen aanhouden, zal een indexatie van zo’n 10% onvermijdelijk een impact hebben op de economie. Als Belgische producent vrezen we niet meer concurrentieel te zullen zijn.”

Xavier Rombouts, ROMBOUTS: “De huidige situatie is alarmerend! Familiebedrijven zoals ROMBOUTS lijden onder een bijzonder ongunstig economisch klimaat in België. De extra kosten als gevolg van de komende indexering van de salarissen gelinkt aan de inflatie, zullen voor ROMBOUTS gelijk zijn aan de kosten van de aanwerving van 20 personen in één jaar. Dit is ongehoord!

Wij verliezen een cruciaal concurrentievoordeel ten opzichte van de multinationals die in onze sector geen productie in België hebben. In deze situatie wordt de knowhow van verschillende generaties op het spel gezet. De koopkracht van onze consumenten moet worden verbeterd, maar dit moet dringend worden gecompenseerd door eerder een drastische verlaging van de lasten.”

Geoffroy Beaujean, PepsiCo BeLux: “Belgische voedingsbedrijven worden geconfronteerd met energieprijzen die op een jaar tijd zijn vertienvoudigd. Dit soort verhogingen valt voor geen enkel bedrijf meer door te rekenen en hebben bovendien een desastreuze impact op de gezonde bedrijfsvoering.”