Opinie: 2023 het jaar van de competitiviteit? Eindelijk!

06.02.2023

Kent u het verhaal van de statisticus die vol vertrouwen een rivier overstak van gemiddeld één meter diep? Hij haalde helaas nooit levend de overkant… Het is een beeldspraak die ons eraan herinnert dat we vaak dieper moeten graven in de cijfers om de echte realiteit te zien. Dat geldt ook voor de recente analyse van de Nationale Bank over de financiële toestand van onze bedrijven.

Terwijl sommigen in die analyse het « bewijs » zien dat vele bedrijven recordwinsten zouden maken, tonen de cijfers eigenlijk net het omgekeerde aan. Voor 99% van de bedrijven is dit niet het geval en gingen de marges er door de opeenvolging van crisissen vaak op achteruit. En de 1% bedrijven die de gemiddelde marge naar omhoog trekken, creëren 60% toegevoegde waarde in België: dat zijn dus heel wat investeringen, tewerkstelling en inkomsten voor de overheid. Die nuances blijven vaak achterwege. Sommige beleidsmakers lijken de ernst van de situatie ook niet te beseffen of te willen erkennen. Berichten over winsten en krapte op de arbeidsmarkt maken hen blind voor de realiteit en de diversiteit op het terrein. 

Het is meer dan ooit van belang om de rendabiliteit en concurrentiekracht van onze bedrijven te bewaken en ondersteunen. Gelukkig zien we eindelijk een kentering en klinken nu stilaan andere stemmen. We kunnen de recente uitspraak van Premier De Croo dat 2023 het jaar van de competitiviteit wordt, dan ook alleen toejuichen!

Dat de situatie niet rooskleurig is, weten we nochtans al langer… De Graydonstudie die Fevia vorig jaar bestelde toonde het al aan: 87% van onze bedrijven waren voor het uitbreken van de coronacrisis financieel kerngezond, maar 4 op 10 verkeerde al begin juli 2022 in de gevarenzone en had toen al niet meer de reserves of weerstand om een nieuwe economische schok te doorstaan.

Een half jaar later bevestigt de analyse van de Nationale Bank die waarschuwing: de marges van onze voedingsbedrijven lagen in 2022 globaal ruim onder het gemiddelde van de periode voor de coronacrisis. Die oefening houdt bovendien nog geen rekening met cijfers van het vierde kwartaal van 2022, noch met de historisch hoge loonindexering en de hogere kost bij de overgang van een vast naar een variabel energiecontract waarmee onze bedrijven begin 2023 te kampen hebben. Het gros van onze leden gaat er dan ook vanuit dat hun rendabiliteit in de komende periode nog verder zal dalen.

Beseffen onze beleidsmakers dat onze bedrijven meermaals de impact van de crisissen zullen betalen? Ze betalen de enorme kostenverhogingen, die ze grotendeels zelf moeten absorberen. Ze betalen de loonindexering waarmee zij de koopkracht van hun werknemers en dus van vele consumenten en gezinnen ondersteunen. Ze zullen hogere lasten moeten betalen, waarmee zij zelf mee de financiering van de steunmaatregelen voor burgers en bedrijven moeten ophoesten. Dit ondanks het collectieve pleidooi van het gehele bedrijfsleven om nu op het vlak van financiële en administratieve lasten absoluut een stand-still na te streven.

Maar laten we vooruitkijken: het is goed dat de competitiviteit van onze bedrijven eindelijk hoog op de politiek agenda komt te staan. Beter laat dan nooit! Die focus hebben we geruime tijd gemist. Ja, beleidsmakers hebben de afgelopen crisisjaren heel wat inspanningen geleverd om de crisissen te bezweren, met onder andere een resem steunmaatregelen. Sommige daarvan waren meer dan welkom en maakten zeker een verschil. Andere waren echter veeleer cosmetisch en homeopathisch van aard: goedbedoeld, maar met amper impact en vaak niet toegankelijk voor het merendeel van onze leden.

Op de koop toe loeren al weer nieuwe politieke initiatieven om de hoek die het kostenplaatje voor de bedrijven verder dreigen op te voeren. Wat te denken van een mogelijke uitbreiding van de verpakkingstaks, nieuwe gezondheidstaksen, het schrappen van een aantal belangrijke gunstregimes voor bedrijven of bijkomende verplichtingen voor werkgevers in de sociale wetgeving? Stuk voor stuk maatregelen die we kunnen missen als kiespijn! We moeten de rendabiliteit, reserves en competitiviteit van onze bedrijven versterken, niet verder aantasten!

Uiteraard moeten beleidsmakers oog hebben voor de koopkracht van onze burgers, maar die koopkracht is er. Ze mogen vooral niet nalaten om werken aantrekkelijker te maken en ondernemen en competitiviteit te bevorderen. Dat is ook de beste garantie op jobs en koopkracht, nu en in de toekomst.

De huidige aanpak weegt op onze export en werkt grensaankopen in de hand, waardoor onze economie keer op keer verliest. Naast het effect van de klassieke concurrentiehandicaps, zoals loonkost, energiekost, en onze fiscale lasagne, maken ook de oneerlijke handelspraktijken en beperktere steunmaatregelen onze bedrijven minder competitief.

Hoeft het dan ook niet te verbazen dat steeds meer bedrijven zich afvragen waarom ze nog in België produceren en zich niet net over de grens gaan vestigen? Het beleid jaagt consumenten en bedrijven over de grenzen. We moeten het dan ook dringend over een andere boeg gooien.

Wat we daarbij nodig hebben, is een echt, gecoördineerd industrieel beleid op alle niveaus. Want de industrie is de ruggengraat van onze economie. Onze bedrijven zorgen voor welvaart en welzijn, voor activiteit en jobs in vele andere sectoren en voor de financiering van onze overheid. Dat wordt té vaak vergeten.

Onze voedingsbedrijven, hun teams en de producten die ze maken, hebben heel wat sterke troeven. Maar we hebben nood aan een gelijk speelveld, zodat we op alle domeinen met gelijke wapens kunnen strijden. Het beleid moet daarvoor het juiste kader scheppen en onze handicaps wegwerken. Competitiviteit, stabiliteit en vooruitzicht worden cruciaal in komende periode. We rekenen ook op onze sociale gesprekspartners om daaraan bij te dragen.

Hopelijk wordt 2023 inderdaad het jaar van de competitiviteit en van co-creatie. In het belang van iedereen: burgers, werknemers, bedrijven én overheid. Benieuwd of men ook de daad bij het woord voegt! Wij, de lekkerste en grootste industriële sector van het land, werken daar graag aan mee… en zullen de Premier aan zijn woord houden.