Hoe samenwerken aan een evenwichtige voeding?

14.06.2019

Wij Belgen houden allemaal van lekker eten. We kunnen echter niet ontkennen dat ons land ook met welvaartsziekten zoals obesitas geconfronteerd wordt. Andere vaststelling: we willen steeds meer weten over wat wij eten en de garantie hebben dat wat op ons bord ligt 100 % veilig is. Enkele recente incidenten hebben ongetwijfeld ook een impact gehad, maar het staat als een paal boven water dat we kunnen rekenen op de kwaliteit van onze voeding. Tijd dus om een stand van zaken op te maken met Johan Hallaert, Food Policy Director bij Fevia.

Johan, eet de Belg slecht?

"Dat zou wel heel kort door de bocht zijn! Veel, zo niet alles, hangt af van zijn al dan niet evenwichtige levensstijl. De cijfers zijn echter wel veelzeggend: 29 % van de Belgen heeft overgewicht en 16 % lijdt zelfs aan obesitas. Daarin speelt te weinig beweging zeker een rol, maar we moeten ook ons eetpatroon aanpassen. Onze sector draagt daarin een verantwoordelijkheid en engageert zich ertoe om de consumenten te helpen om evenwichtigere keuzes te maken."

Welke aanpak verkiest de sector?

"Obesitas is een complex en multifactorieel probleem dat we enkel kunnen oplossen in samenwerking met alle betrokken actoren. Niet dus door zoals bepaalde voedingsgoeroes te focussen op één ingrediënt. Dat levert niets op. Volgens ons kan elk voedingsproduct een rol spelen, afhankelijk van je individuele levensstijl. Het is duidelijk dat een jonge sporter niet dezelfde behoeften zal hebben als je grootmoeder die het misschien iets rustiger aan doet."

Wat doet de voedingsindustrie concreet?

"De producten die we nu kopen bevatten, zonder dat we het merken, al minder zout, transvetzuren, suiker en verzadigde vetten, maar tegelijkertijd meer vezels. Gemiddeld bevatten ontbijtgranen nu al 6°% suiker minder en 13 % vezels meer dan vijf jaar geleden. Die resultaten hebben we behaald dankzij de goede samenwerking tussen de partners en de overheid. Het Convenant Evenwichtige Voeding die we in 2016 ondertekenden met de FOD Volksgezondheid, is een prachtig voorbeeld van samenwerking waardoor het voedingsaanbod evenwichtiger kon worden. Door te investeren in innovatie zijn de bedrijven uit de voedingsindustrie erin geslaagd om hun producten te herformuleren, hun samenstelling te herbekijken en de porties te verkleinen."

Je hoort vaak dat mensen niet meer weten wat ze moeten kopen om gezond te blijven. Wat denk je hiervan?

"We worden overspoeld met informatie en de “dieetgoeroes” en de media doen ook erg tegenstrijdige uitspraken over de vermeende effecten van een bepaald product of ingrediënt op de gezondheid. Wij pleiten voor de oprichting van één referentiecentrum voor voeding en gezondheid naar het Nederlands model van het Voedingscentrum. En laten we ook een pak meer investeren in opvoeding rond voeding: wie zich beter informeert en beter bewust is van het belang van evenwichtige voeding,  die maakt ook betere keuzes."

Kunnen consumenten zich vandaag al goed informeren over wat er in hun voeding zit?

"Slechts weinig consumptieproducten geven op hun etiket zoveel informatie als voedingsproducten. We raden iedereen aan om de etiketten grondig te lezen wanneer je inkopen doet. Dankzij de etiketten op voedingsproducten kennen we de voedingssamenstelling van voorverpakte voedingsmiddelen en kunnen we producten met elkaar vergelijken. Op elk voedingsproduct staat bovendien een tabel met de hoeveelheid calorieën, vetten, koolhydraten, eiwitten en zout per 100 g of 100 ml product. Fevia heeft in samenwerking met de FOD Volksgezondheid een video gemaakt die de consumenten beter wegwijs moet maken in etiketten."

En de Nutri-score?

"Het is goed dat men de consumenten transparant wil informeren en hen wil helpen om tot evenwichtige keuzes te komen. Het is tegelijkertijd echter ook een voedingsetikettering dat bovenop het bestaande systeem komt. We pleiten ervoor om bijkomende systemen Europees te harmoniseren en vrijwillig te houden, zoals de Europese regelgeving dat vandaag voorziet. We moeten daarentegen vermijden dat we in een situatie terechtkomen met een hele reeks systemen en applicaties zonder enige harmonisatie of wetenschappelijke basis of die vooral meesurfen op de trends."

Volgens een recente studie van Efsa is de helft van de Europeanen bezorgd over de voedselveiligheid. Hoe zit dat in België?

"Voedselveiligheid is de eerste prioriteit van de voedingsbedrijven. In België gebruiken we een goedwerkend systeem van autocontrole. Voedingsbedrijven zijn verantwoordelijk voor de voedselveiligheid van hun producten. De bedrijven voeren zelf regelmatig controles uit op basis van sectorgidsen. Die sectorale gidsen zijn een Belgische bijzonderheid. Het FAVV keurt ze goed en ziet erop toe dat ze rekening houden met alle mogelijke risico’s. België is op het vlak van voedselveiligheid werkelijk een toonbeeld."

Hoe verklaar je dan het incident rond Fipronil in eieren en de VEVIBA-affaire in België?

"Wij zijn niet immuun voor fraude. We moeten kunnen rekenen op de hulp van onze overheden. Deze incidenten en de manier waarop ze zijn afgehandeld, tonen aan dat ons autocontrolesysteem effectief werkt. De externe audits die in opdracht van de regering zijn uitgevoerd bij de VEVIBA-zaak, toonden aan dat het FAVV zich heeft georganiseerd om haar opdracht volledig uit te voeren. In geval van fraude moet de rol van het FAVV op vlak van communicatie en coördinatie nog worden verduidelijkt. Het FAVV moet over de nodige middelen blijven beschikken om haar missie effectief te kunnen uitvoeren." 

Moeten er soms bedrijven sluiten als gevolg van een controle?

"Het FAVV werkt steeds vaker ondersteunend, in het bijzonder bij kmo’s: ze geeft hen advies en stelt hen opleidingen ter beschikking. Wij pleiten voor een versterking van die rol van het FAVV. Wij willen echter ook geen “controles met twee snelheden”. Alle operatoren, groot en klein, moeten de veiligheidsnormen naleven."

Hoe zit het met de voedingsadditieven, de beruchte E-nummers?

"Additieven die in voedingsmiddelen worden gebruikt, zijn toegelaten en ze zijn dus veilig. Het is een kwestie van perceptie. We moeten de mythes rond additieven doorbreken. De voedingsbedrijven voegen additieven toe, zoals bewaarmiddelen of zoetstoffen, om specifieke redenen en om de kwaliteit van hun producten te garanderen. De consument hecht ook veel belang aan de smaak van voedingsmiddelen. Door additieven toe te voegen spelen bedrijven in op de eisen en de levensstijl van de consument. Consumenten vragen producten die langer houdbaar zijn en waarvan de smaak niet verandert. (Meer info in het opiniestuk van Fevia over additieven)

In de pers is echter te lezen dat het FAVV voedingsadditieven onvoldoende controleert.

"Daaraan zie je nog maar eens het effect van de grote krantenkoppen! De controles in België leveren in werkelijkheid echter conformiteitspercentages van nagenoeg 100 % op! Het specifieke geval waarvan sprake is in de pers, toont vooral de complexiteit van de Europese wetgeving. Het FAVV heeft zich heel gericht bezig gehouden met dit probleem dat voortvloeit uit verschillen in de interpretatie door de bedrijven. De realiteit toont dat de complexiteit van de regels een hinderpaal is voor het werk van controlerende diensten op het terrein en van iedereen die de regels in de praktijk moet toepassen. Laat ons die Europese regels dan ook verder vereenvoudigen!"

Welke boodschap zou je tot slot nog willen meegeven?

"Eerst en vooral is er nood aan een daadwerkelijke politieke wil voor een “health-in-all policies” : gezondheid integreren in alle beleidsdomeinen en een globaal plan lanceren voor voeding en gezondheid. De voedingsindustrie is een deel van de oplossing, maar kan op haar eentje niet alles oplossen. We moeten in overleg met alle betrokken partijen initiatieven ondernemen om het voor consumenten makkelijker te maken om gezonde keuzes te maken. Laten we daarom vrijwillige akkoorden tussen de sector en de overheid, zoals de Convenant Evenwichtige Voeding, verder steunen. Er zijn echter nog andere voorbeelden zoals de reclamecode en de Belgian Pledge die sneller dan wetgeving inspelen op veranderende vormen van marketing."

Op www.feviamemorandum.be vindt u alle recepten van de Belgische voedingsindustrie voor een welvarende, duurzame en gezonde toekomst