Bart en Aurélie: “Via samenwerking maak je als federatie het verschil”

16.10.2023

Begin oktober blies Bart Buysse vijf kaarsjes uit als CEO van Fevia, terwijl Aurélie Gerth dan net haar allereerste maand als communicatiedirecteur van Fevia voltooide. Het perfecte moment om met beiden een openhartig gesprek te voeren over onze Belgische voedingsindustrie. We blikken samen terug op de afgelopen vijf jaar en blikken vooruit op de toekomst van de lekkerste sector.

Een terugblik

Bart, jij staat al sinds 1 oktober 2018 aan het hoofd van Fevia. Welke evoluties heb jij ervaren tijdens de afgelopen vijf jaar? 

Bart: “De voedingsindustrie is de grootste industriële sector van het land. Fevia is een middelgrote federatie. Ondanks de uitdagende jaren zijn we blijven groeien: ons ledenaantal nadert de kaap van 750, we haalden sectorfederatie Vinum Et Spiritus mee aan boord en groeiden zo van 26 naar 27 sectoren en het Fevia-team evolueerde mee.

Ook de sector is gegroeid. Ondanks de opeenvolgende crisissen steeg het omzetcijfer over de periode van 2018 tot 2022 van 52 naar 76 miljard euro. Dat is geen pure groei: ook het prijseffect door loonindexeringen en kostenstijgingen speelt daarin mee. De tewerkstelling nam sterk toe: van 93.000 jobs in 2018 tot meer dan 100.000 in 2022. Digitalisering en jobcreatie gaan in onze sector samen. En de export is nog steeds onze groeimotor. We blijven de grootste industriële sector, investeerder en werkgever van het land en daarop mogen we trots zijn!

Inhoudelijk is de context sinds 2018 niet opvallend veranderd. Politiek lag de focus immers vooral op crisisbeheer, waardoor er minder ruimte was voor echt beleid. De topics blijven gelijkaardig, maar het aantal dossiers en de complexiteit ervan zijn enorm toegenomen. En er is veel meer aandacht voor duurzaamheid, met een tsunami aan politieke initiatieven. Al missen we daar coherentie in het beleid op de verschillende niveaus - Europees, federaal, regionaal - wat ons werk aanzienlijk bemoeilijkt. Tenslotte is communicatie nog in belang toegenomen. Het is onze verantwoordelijkheid om de sector goed op de kaart te zetten, alle ontwikkelingen te volgen en de dialoog aan te gaan. Zonder communicatie besta je niet en heb je geen impact op het beleid. Zo simpel is het."

Op welke verwezenlijkingen kijk je met trots terug? 

Bart: "We hebben de afgelopen jaren een switch gemaakt in onze rol als federatie. Die is het resultaat van de strategische visie “Lead, care, grow” die we in 2018 uitwerkten. We willen mee vooroplopen, richting geven en zorg dragen voor zowel onze sector en bedrijven, als de maatschappij en de consument, om op die manier vooruitgang te creëren voor iedereen. Die visie vertaalden we nadien samen met onze leden naar onze duurzaamheidsroadmap “Wat Eten We Morgen?”, die nu een kompas vormt van de hele sector.

Daarbij hoort een positieve beeldvorming over onze voedingsindustrie: een grote sector met vele uitdagingen, die miljoenen gezinnen letterlijk en figuurlijk “te eten geeft”, waarin veel beweegt, die veel innoveert en investeert, verantwoordelijkheid neemt en bovenal heerlijke voeding maakt. We zijn daarin te bescheiden. Ik ben daarom systematisch de termen “lekkerste sector” en “grootste industriële sector” gaan gebruiken en ben blij dat heel wat mensen dit overnemen. (fier) ​​​​​​

En als leden op onze jaarvergaderingen komen vertellen dat we als federatie de sector mooi in beeld brengen en de fierheid en dynamiek van de mensen uit onze sector mee uitdragen en uitstralen, is dat voor mij en voor ons team het grootste compliment dat je kan krijgen.”

Welke vind je de leukste aspecten aan de job? 

Bart: “Het Fevia-team! Ik heb een heel sterk team om mee samen te werken, toppers waarop je kan bouwen. Ons team heeft een uniek DNA, met heel verschillende karakters, maar we vinden elkaar in onze fierheid, daadkracht en eigenzinnigheid. We doen de dingen graag op onze eigen manier en lopen niet zomaar in de pas. Daardoor maken we het verschil. Samen hebben we op die vijf jaren enorm veel verwezenlijkt. Daarop ben ik enorm fier.

En uiteraard is de sector een enorme troef: door de veelheid en diversiteit aan bedrijven klein en groot, kunnen wij, met de stem van de federatie, echt wel iets betekenen voor onze leden. Het is een sector die dicht bij de mens en maatschappij staat en die daardoor heel wat uitdagingen kent en heel wat verantwoordelijkheden heeft én neemt. 

Je staat dicht bij de bedrijven en hebt met zoveel mensen uit de sector én met politici een goed persoonlijk contact. Ik heb een heel afwisselende job waarbij je wel weet hoe de dag start maar niet hoe die zal eindigen. En wat je ook doet, welke functie je ook bekleedt, het gaat altijd om mensen: mensen overtuigen, meekrijgen in je verhaal, mensen die je meehelpen … dat is de rode draad en maakt de job boeiend.”

Welke anekdote blijft je bij? 

Bart: “Ik ben bijzonder fier op onze realisaties tijdens de opeenvolgende crisissen: de Covid-crisis, de oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende energie- en kostencrisis. Ik doel dan op onze rol tegenover de sector, de keten, het beleid en de media, met o.m. een snelle erkenning als essentiële sector, het eerste protocol rond veilig werken, ons steun- en relanceplan, onze Food Heroes campagne, en de tijdelijke afwijking om te kunnen werken met alternatieven voor zonnebloemolie. En bijvoorbeeld het tijdelijk tekort aan alcoholgels.

Een aantal brouwers en stokers hadden alcohol op overschot toen de horeca dicht was en de export stilviel. Die kon je perfect gebruiken om alcoholgel mee te maken. Sommigen waren zelfs bereid om hun productie om te schakelen om alcoholgels te produceren. Het enige probleem waren de accijnzen die je op alcohol voor consumptie moest betalen. Dat hebben we toen tijdens een weekend rechtstreeks geregeld met Philippe De Backer, die aan het hoofd stond van de federale taskforce rond beschermingsmiddelen, en de fiscale administratie. Zo konden we op heel korte termijn 1 miljoen liter extra alcoholgel leveren. We hebben daarvoor met meerdere organisaties samengewerkt. Een mooi voorbeeld van private-publieke samenwerking. Zo maak je het verschil.”

Over naar jou, Aurélie, je bent de kersverse communicatiedirecteur van Fevia. Wat waren jouw verwachtingen toen je begon aan de job? 

Aurélie: “Ik had verwacht dat het sowieso een enorm gevarieerde job zou zijn. Je hebt te maken met zoveel verschillende sectorfederaties, 27 maar liefst, en ik keek er enorm naar uit om ze allemaal beter te leren kennen. Ik kende Ann Nachtergaele en Johan Hallaert al van mijn tijd bij Unilever en Coca-Cola, en dus wist ik dat ze  echt wel topexperts zijn in hun vakgebied, dus verwachtte ik veel van hen bij te leren. Dat waren mijn voornaamste verwachtingen: veel bijleren, veel kennis, veel variatie.”  

Hoe heb je jouw eerste maand ervaren? Beantwoordt ze aan die verwachtingen?

Aurélie: (overtuigd) “Ja, sowieso. Ik heb nu op één maand tijd al enorm veel geleerd …” 

Bart: “… en enorm veel gedaan!” 

Aurélie: “… dus dat is zeker een “check” waard. Ik heb al heel wat bedrijven bezocht, waar ik hun passie voor kwaliteit, innovatie, duurzaamheid en het ondernemen aan den lijve mocht ondervinden. Ik ben oprecht blij met deze dynamische job. Je bevindt je op het kruispunt van wat bedrijven doen, terwijl je dicht aanleunt bij het beleid, en dat vind ik enorm boeiend. Elke dag aan de slag gaan rond maatschappelijk belangrijke thema’s en werken op dossiers die je op het nieuws ziet verschijnen, dat vind ik echt top.

Wat mij nog opvalt, is dat er veel vrouwen werken bij Fevia. Een directiecomité met allemaal vrouwen en slechts één man, dat is het omgekeerde van wat ik tot nu toe heb gekend (lacht). Maar wat kan ik zeggen? The future is female. Verder besef ik nu pas hoeveel belangrijke events Fevia organiseert, en hoe die zorgen voor verbinding. Zeker na de coronaperiode is het fijn dat je als federatie mensen samenbrengt. 

Fevia doet heel veel voor haar leden, en dat werk valt in de smaak. Dat merkte ik op Anuga - super fijn dat ik tijdens mijn eerste maand al meteen naar zo’n grote internationale beurs mocht gaan. Bedrijven kwamen ons vertellen dat ze onze artikels, die we onder andere verspreiden via de Fevia Weekly en Monthly Newsletter, echt waarderen.”

Lees hier welke 5 veelbelovende trends we spotten op Anuga voor de voeding van morgen

Hoe belangrijk is communicatie voor een sectorfederatie als Fevia?

Aurélie: “Enorm belangrijk. Om impact te hebben, moet je communiceren. Ik vind dat Fevia zeer goed en veel communiceert. Communiceren gebeurt niet alleen extern, naar journalisten en politici. Communiceren naar onze leden en stakeholders is minstens even belangrijk. Wij zorgen echt wel voor een uitwisseling van kennis tussen onze leden, wij inspireren hen met best cases, artikels, webinars en events. Ik zeg altijd: “trop d’information, tue l’information”, dus het is de kunst om de veelheid aan communicatie behapbaar te maken, zodat onze boodschappen goed aankomen.”

"Om impact te hebben, moet je communiceren."
- Aurélie Gerth

Een vooruitblik 

Aurélie, waar wil je in de toekomst aan werken? Zijn er bepaalde accenten die je wilt leggen binnen communicatie?

Aurélie: “Ik denk dat we kunnen evolueren op gebied van de tools die we gebruiken. Ik geloof heel erg in de kracht van sociale media, dus daar moeten we verder op blijven inzetten, en in formats zoals video. Alle analyses van communicatie-experten tonen aan dat video een steeds belangrijkere plaats inneemt. De digitalisering is al enorm ingezet. Ik denk dat het heel belangrijk is om daarin verder te gaan, maar ook om daar een tegenwicht te bieden door de persoonlijke contacten te onderhouden. Daarvoor blijven de events dus ook belangrijk om dat fysieke contact te stimuleren.”

Bart, welke uitdagingen staan ons de komende jaren te wachten? 

Bart: “We staan voor grote uitdagingen. Er is het spanningsveld tussen digitalisering, innovatie en duurzaamheid. Die “driehoek” kent veel uitdagingen, maar ook veel opportuniteiten: digitalisering helpt in innovatie, in het meten, zoeken en concretiseren van oplossingen en biedt interessante perspectieven voor duurzaamheid. Die moeten we trouwens realiseren over de gehele agro-voedingsketen. Onze duurzaamheidsroadmap biedt een leidraad.

Tegelijk zie ik de toenemende tendens aan het in kaart brengen van je duurzaamheidsinspanningen als bedrijf via data, audits, certificaten en rapportering. Dit komt bovenop alle andere bedrijfsactiviteiten. Beleidsmakers moeten hiermee rekening houden. Ook voor kmo’s moet het behapbaar blijven.

Er is het spanningsveld tussen rendabiliteit, betaalbaarheid en competitiviteit. Rendabiliteit en betaalbaarheid beperken zich niet tot de lokale markt. Aangezien we in een internationale context werken, moeten we ook rekening houden met onze competitiviteit op dat niveau.

We moeten onze sterke lokale verankering koesteren en bewaken. We hebben een sterke Belgische agrovoedingsketen, maar mogen bedrijven en consumenten niet verder over de grenzen jagen en waarborgen best goede relaties binnen de keten. Zo vermijden we dat we op termijn volledig afhankelijk worden van bevoorrading uit het buitenland.

Ik ken weinig sectoren die zo veel ruimte krijgen maar ook zelf creëren voor zelfregulering rond bijvoorbeeld voedselveiligheid, marketing naar kinderen en jongeren toe en een evenwichtige voeding. Die zelfregulering moet mee evolueren met de tendensen die we vaststellen. Zo niet komt er wetgeving, die niet toelaat om mee te sturen en flexibel in te spelen op verandering. 

Export is onze groeimotor en zorgt voor groei, investeringen en jobs. Ons dalend exportaandeel is te wijten aan een tanende competitiviteit en aan aantal belangrijke handelsverdragen die wachten op ratificatie door onze overheden. De overheid heeft op dat vlak heeft wat hefbomen in handen.

Last but not least: 80% van onze wetgeving heeft een Europese origine. Op dat niveau zijn onze beleidsmensen nog te weinig aanwezig. We moeten daar eensgezinder onze stem laten horen.

Fevia heeft alvast haar recepten klaar. ik verwijs daarvoor graag naar ons memorandum met als niet mis te verstane knipoog naar de politiek: let’s spice up our politics! (lacht)"

"De toekomst is digitaal, duurzaam en circulair, ook voor onze voedingsbedrijven."
- Bart Buysse

Hoe ziet onze sector er binnen vijf jaar uit?

Aurélie: “Futureproof, als je het mij vraagt. Bedrijven evolueren steeds meer naar een industrie 4.0. Dat is nodig om als organisatie zo efficiënt mogelijk te kunnen inspelen op alle uitdagingen. En dat in een context met een economische druk, die volgens mij alleen nog maar groter zal worden. Dat gaat twee richtingen uit: je moet heel veel kunnen aanbieden, maar de achterliggende processen moeten volgens mij zo eenvoudig en efficiënt mogelijk zijn, met een impact op het milieu die zo klein mogelijk is. Artificiële intelligentie zal nodig zijn om dat allemaal mogelijk te maken.”

Bart: “Ik ben ervan overtuigd dat onze Belgische voedingsindustrie zal blijven bestaan, maar we moeten hier verankerd blijven. We hebben onze kwaliteit, diversiteit en knowhow en blijven inzetten op innovatie en duurzaamheid. Als centrum van Europa zijn we een ideale testmarkt door de kruisbestuiving van beschavingen en culturen. Dat maakt onze voedingsindustrie uniek en daarin geloof ik heel sterk. Maar de toekomst is digitaal, duurzaam en circulair, ook voor onze voedingsbedrijven, dat spreekt voor zich. Daarin wil Fevia een begeleider en constructieve partner zijn, zodat we mee aan tafel blijven zitten en mee oplossingen kunnen bieden voor een duurzame toekomst.”

Wil je Bart en Aurélie nog beter leren kennen? Wij schotelen hen enkele dilemma’s voor: