- Nieuws
- Evolutie van de marges - aflevering 2: voedingsindustrie
In 2022 is de omzet van de voedingsindustrie (+20,0% ten opzichte van 2021) sterk gestegen als gevolg van de sterke stijging van de verkoopprijzen. De stijging was minder sterk voor de vervaardiging van dranken (+ 9,2 %). Aan de tegenoverstaande zijde is de nettomarge in beide sectoren met ongeveer 20% gedaald: de nettomarge in de drankenindustrie is gedaald van 8,35% in 2021 tot 6,61% in 2022, en in de voedingsindustrie van 2,93% tot 2,35%.
Bron: Jaarlijkse bedrijfsrekeningen (NBB - Balanscentrale), BTW-statistieken (STATBEL)
Uit de analyse van het Prijzenobservatorium blijkt dat het aandeel van de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen in de totale omzet van de voedingsindustrie sterk is gestegen tussen 2021 en 2022, van 71,96% naar 74,68%. Het aandeel van diensten en diverse goederen is daarentegen licht gedaald, net als het aandeel van de bezoldigingen: voor een groot deel van deze bedrijven vindt de automatische indexering pas plaats in januari 2023. In 2022 is de stijging van de grondstof- en energieprijzen dan de belangrijkste factor die de winstgevendheid van deze industriële schakel beïnvloedt.
Veel (kleine) bedrijven draaien verlies
Daarnaast is het aandeel voedingsbedrijven met een operationeel verlies in 2022 sterk gestegen ten opzichte van 2021. Bijna 1 op de 4 bedrijven draait verlies in 2022. Dit aandeel is zelfs veel hoger dan in de rest van de industriële sector (1 op de 6 bedrijven maakt "slechts" verlies). Er moet worden opgemerkt dat voor de voedingsindustrieën (met uitzondering van dranken) 2022 de slechtste score noteerde over de periode 2017-2022 (voor dranken was 2020 het zwarte jaar, met 1 bedrijf op 3 dat een operationeel verlies leed).
In de voedingsindustrie is de daling van de nettomarge tussen 2021 en 2022 duidelijker bij kleine bedrijven (-30%) dan bij grote bedrijven van meer dan 250 werknemers (-17%). In voorgaande jaren waren er altijd grotere schommelingen naar boven of beneden in de marges van kleine bedrijven dan in die van grote bedrijven. Die laatste kennen een relatieve stabiliteit van hun marge, maar op een veel lager niveau (minder dan de helft) dan die van kleine bedrijven. In het geval van de drankenindustrie is ook bij grote bedrijven een aanzienlijke daling van de nettomarge tussen 2021 en 2022 te zien (-24%).
Veel sectoren getroffen
Achter de globale resultaten kunnen verschillende sectorale trends schuilgaan. In de overgrote meerderheid van sectoren in de voedings- en drankenindustrie zijn de nettomarges tussen 2021 en 2022 gedaald. Tot de sectoren die het zwaarst getroffen zijn, behoren met name de vervaardiging van groente- en fruitsappen, de vervaardiging van bier, ijs, chocolade, koekjes of de verwerking van vlees.
Anderzijds verbeterde de nettomarge in sommige sectoren, zoals de vervaardiging van deegwaren, de verwerking en conservering van aardappelen, de verwerking van gevogelte en de vervaardiging van mout. Wat de vervaardiging van margarine betreft, compenseert de stijging in 2022 de daling in 2021. De suikersector herstelt zich van drie jaar van duidelijk negatieve marges tussen 2018 en 2020. Daarnaast hebben de marges in twee sectoren relatief weinig jaarlijkse variaties gekend gedurende de gehele geanalyseerde periode: vervaardiging van frisdranken en water in flessen en de vervaardiging van andere voedingsmiddelen.
Het globale resultaat van een sector kan sterk beïnvloed worden door de belangrijkste bedrijven en kan daarom grote schommelingen binnen de sector maskeren. De mediane marge beperkt de impact van grote bedrijven en extreme waarden. De overgrote meerderheid van de sectoren noteerde in 2022 een lagere mediane marge dan in voorgaande periodes. Alleen in de sectoren verwerking en conservering van aardappelen, vervaardiging van oliën en vetten en de vervaardiging van veevoeders is de mediaan licht gestegen ten opzichte van voorgaande periodes.
Let op, winst ≠ marge
Het is belangrijk van op te merken dat de stijging van de verkoopprijzen en de omzet kunnen hebben bijgedragen aan de stijging van de operationele winst (in waarde) van bepaalde sectoren, zonder dat dit wordt weerspiegeld in de nettomarge (in %). Zo zag de bereiding van fruit- en groentesappen de winst met 38% stijgen, terwijl de nettomarge met meer dan 50% daalde. Hetzelfde geldt voor de graanverwerking (+11% winst en -10% marge), de productie van andere voedingsmiddelen (respectievelijk +8% en -13%) en de water- en frisdrankenindustrie (respectievelijk +6% en -5%).
Globaal zouden de marges verbeterd moeten zijn in 2023
Aangezien de jaarrekeningen voor 2023 nog niet beschikbaar zijn, heeft het Prijzenobservatorium een theoretisch model ontwikkeld om de margetrends in te schatten. Dit model volgt maandelijks de vergelijkende evolutie van een index voor de "inkomsten" (opgemaakt op basis van de industriële prijs voor het belangrijkste product dat de sub-sector verkoopt) en een index voor de "totale kosten" (opgemaakt op basis van prijsindices voor de voornaamste kostenposten). Dit model heeft een aantal beperkingen waarop we hier niet zullen ingaan, maar het heeft de verdienste dat het een waarschijnlijke trend in de marges weergeeft.
Voor de voedingsindustrie suggereert het theoretische model dat in bijna alle 9 onderzochte sectoren de marges zullen verbeteren ten opzichte van 2022, soms aanzienlijk, zoals in de vervaardiging van meel of de vervaardiging van bier, twee sectoren waarvan de marges in 2022 sterk waren gekrompen. De enige sector waarin de marge onder druk is komen te staan is de vervaardiging van chocolade, als gevolg van de sterke stijging in de afgelopen maanden van de kosten doordat de noteringen van chocolade op de wereldmarkt zijn blijven stijgen.
Vervolg: aflevering 3 "Marges in de handel".