Hoe de juiste talenten aantrekken en ontwikkelen?

14.06.2019

The war for talent is real. Begin 2019 telde de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) zo’n 41.000 openstaande vacatures. Een recordaantal, volgens de VDAB. De Belgische voedingsindustrie telt dagelijks gemiddeld 1.500 openstaande vacatures en daar komen er elke dag 36 bij. Nieuwe cijfers van de VDAB tonen dat jongeren sneller werk vinden maar niet per se het technisch profiel hebben dat bedrijven zoeken. Is het vissen in een lege vijver en hoe gaan onze voedingsbedrijven om met die uitdaging? Wij gingen luisteren bij Anke Grooten, onze experte werk & talent.

Dag Anke. Wat is de huidige situatie op de arbeidsmarkt?

“We staan als maatschappij voor een aantal grote uitdagingen: denk maar aan de klimaatverandering, waterschaarste of de komst van nieuwe technologieën. Stuk voor stuk moeten we die aanpakken met innovatieve oplossingen en daarvoor hebben we nood aan talenten met een STEM-profiel. Met opleidingen in Science, Technology, Engineering, Mathematics dus: daar ligt de toekomst. Helaas toont het jongste schoolverlatersrapport van de VDAB juist aan dat de nodige stijging van het aantal leerlingen in die opleidingen uitblijft. Volgens dat rapport daalde het aantal schoolverlaters met een STEM-opleiding in het beroeps secundair zelfs. In het algemeen secundair onderwijs zie je een beperkte groei, en bij de masteropleidingen zien we sinds 2013 al een stagnatie.”

Voelt ook de voedingsindustrie die krapte op de arbeidsmarkt?

“De Belgische voedingsindustrie is de grootste industriële werkgever van het land. We zijn een sector die groeit, vooral dankzij onze export. En onze bedrijven investeren in nieuwe technologieën. Door de toenemende automatisatie en robotisering is de sector volop in verandering. Voedingsbedrijven zoeken daarom dagelijks naar technisch talent voor de zovele beschikbare knelpuntberoepen. Talenten die met goesting willen werken in een hoogtechnologische omgeving. Zonder een kwalitatieve instroom vanuit die STEM-richtingen kunnen we de vele openstaande vacatures in onze sector niet invullen.”

Wat voor profielen zoeken jullie dan voor de knelpuntberoepen?

“We zoeken heel diverse profielen: onderhoudsmecanicien, productieoperator, bakker, elektriciens en leidinggevenden voor de industriële productie. Voor ieder wat wils dus!”                

Werk aan de winkel voor onze beleidsmakers met andere woorden?

“Absoluut: het is gewoon essentieel dat zowel de volgende federale regering als de gewest- en gemeenschapsregeringen de kaart van STEM trekken. Zelf zetten we als sector vandaag al hard in op campagnes om jongeren aan te trekken en ze te motiveren om voor STEM-opleidingen te kiezen. We pleiten als Fevia voor het opwaarderen van die opleidingen, zowel op vlak van beeldvorming, als op vlak van omkadering van leerkrachten in het kader van didactiek en instrumenten. Daar ligt een uitdaging voor onze beleidsmakers. Laten we nog meer inzetten op een bewuste en positieve studiekeuzebegeleiding die vertrekt van de talenten en interesses van leerlingen. Zo maak je duidelijk welke opportuniteiten die STEM-opleidingen bieden in de verschillende sectoren.”

Wie kan er nog helpen om jongeren de juiste studiekeuzes te laten maken?

“Ook ouders hebben natuurlijk een belangrijke rol bij de studiekeuze. Uit de Wetenschapsbarometer blijkt dat heel wat mensen het belang van STEM in onze maatschappij behoorlijk onderschatten. Daar kan de overheid via gerichte sensibilisering verandering in brengen. Bijzondere aandacht is nodig voor meisjes en jongeren uit kansengroepen.”

Meer jongeren motiveren om voor STEM-opleidingen kiezen dus. Wat kan er nog gebeuren?

“We moeten ook werk maken van de volwaardige uitrol van duaal leren en alternerend leren in het secundair en hoger onderwijs. Onze bedrijven hebben heel wat te bieden: laten we jongeren al vroeg in de praktijk kennismaken met de werkvloer en praktijkervaring opdoen. Bijvoorbeeld in studierichtingen in chemische procestechnieken en elektromechanische technieken. Het is hoog tijd dat we ook in Vlaanderen en Wallonië duaal leren en alternerend leren algemeen aanzien als een evenwaardig alternatief voor het voltijds onderwijs.”

En wat met de huidige talenten in de sector?

“We moeten uiteraard ook blijven investeren in de omscholing en bijscholing van onze huidige talenten, zodat zij meekunnen in de digitale transitie. De automatisatie en robotisering verandert ook hun job. Da’s een uitdaging die we als Fevia met de sector de volgende jaren actief willen aangaan, samen met onze sectorale sociale partners. Binnen het sociaal fonds Alimento hebben we daarvoor samen met hen de middelen en de tools in handen. Alimento verzamelde samen met onze innovatiepolen Flanders’ FOOD en Wagralim waardevolle expertise over de invloed van die veranderingen op de profielen die aan de slag zijn in de sector en op de arbeidsorganisatie. Het is belangrijk dat we die expertise nog meer inzetten in een aanbod  dat de werknemers en werkgevers van de sector begeleidt in die transitie. En natuurlijk staat onze deur ook open voor talenten uit andere sectoren; kom eens proeven van een job in de voedingsindustrie!”

Talrijke opportuniteiten dus voor heel wat talenten?

“Dat klopt. Met het employer brand Food At Work maken we die opportuniteiten dan ook bekend aan het brede publiek. Zo organiseren we, samen met Alimento, onder de noemer ‘Food At Work Days’ een waaier aan events en initiatieven om jongeren warm te maken voor een carrière in de voedingsindustrie.”

Vertel eens wat meer over de initiatieven in het kader van de Food At Work Days?

“Met “Students Meet CEO” gaan studenten op bezoek bij een voedingsbedrijf. Elk bezoek stemmen we af op hun studieopleiding. Neem nu bijvoorbeeld ingenieursstudenten. Die krijgen een voorstelling van het R&D-team van een bedrijf, waar ze een concrete case moeten uitwerken. Een case die in de praktijk ook echt voorkomt. Zo maak je het voor studenten enorm tastbaar. Het initiatief is dit jaar aan haar tweede editie toe, en we mogen echt wel spreken van een groot succes. Een andere initiatief dat jaar na jaar groeit zijn de ‘Food At Work Student Awards’. Met die wedstrijden challengen we jongeren om de voeding van morgen te maken. Op het jaarlijkse Food Forward Event maken we de winnaars bekend en zien we dat jongeren vaak heel goed de vinger aan de pols houden.”

Leunen de productontwikkelingen van de jongeren ook aan met de globale voedingstrends?

“Absoluut. De globale trend rond voeding en gezondheid werd heel hard doorgetrokken in de producten die de jongerenteams dit jaar ontwikkelden. Vaak probeerden ze plantaardige producten – fruit, groenten, zeewier of noten - op een originele manier te verwerken in producten waar je die misschien niet verwacht. Denk bijvoorbeeld aan een bladerdeeg of macarons met groenten. Verrassend lekker! Ook de duurzaamheidstrend zet zich voort. Circulair ondernemen is steeds meer de norm. Jongeren zoeken, net als onze bedrijven, naar creatieve manieren om niets verloren te laten gaan. Restproducten die vroeger naar veevoeding gingen verwerken ze nu bijvoorbeeld in nieuwe producten die we binnenkort misschien in de winkel terugvinden.”

De neuzen staan alvast in de goede richting.

“Het is aan de nieuwe generatie om de voeding van morgen te ontwikkelen. Persoonlijk vind ik het fantastisch dat jongeren producten ontwikkelen die volledig in lijn zijn met de globale trends. Ze zijn mee met de laatste marktontwikkelingen en met een goede dosis nieuwsgierigheid en creativiteit dresseren ze het bord van de toekomst. Ik heb alvast vertrouwen in de nieuwe generatie.”

Op www.feviamemorandum.be vindt u alle recepten van de Belgische voedingsindustrie voor een welvarende, duurzame en gezonde toekomst.