Uitbreiding toepassingsgebied van de flexijobs vanaf 1 januari 2024

02.01.2024

Vanaf 1 januari 2024 wordt het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgebreid naar een reeks sectoren in de voedingsindustrie. De programmawet die deze uitbreiding voorziet werd op 29 december 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Naast de uitbreiding voert de programmawet ook een aantal aanpassingen door in het systeem van de flexijobs met een impact op onder andere de loonkost en de voorwaarden voor de tewerkstelling van flexijobbers. 

In ons artikel gaven we reeds een aantal aandachtspunten mee Witte rook voor het federaal begrotingsakkoord | Fevia.Nu de teksten definitief zijn, geven wij enkele bijkomende verduidelijkingen. Alle technische informatie kan je eveneens terugvinden op de “Administratieve instructies van de RSZ”: Administratieve instructies RSZ - 2023/4 > Tussentijdse instructies (socialsecurity.be)". 

Volgende subsectoren binnen het PC 118 (arbeiders) kunnen voortaan beroep doen op flexi-jobs: 
•    Industriële en ambachtelijke bakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en de consumptiesalons bij een ambachtelijke banketbakkerij (118.03)
•    Brouwerijen en mouterijen (118.07)
•    Drankennijverheid (118.08)
•    Groentenijverheid (118.09)
•    Vruchtennijverheid (118.10)
•    Vleesnijverheid (118.11)
•    Zuivelproducten (118.12)
•    Chocoladefabrieken en suikerbakkerij (118.14)
•    Aardappelverwerkende nijverheid (118.21)
•    Aardappelschilbedrijven (118.22)

In de DMFA wordt in het blok 'tewerkstelling - inlichtingen' een nieuwe zone gecreëerd om de activiteit m.b.t. één van deze subsectoren aan te geven. 

Enkele bijkomende verduidelijkingen:

1. De flexi-jobs worden duurder

De huidige patronale bijdrage wordt voor alle werkgevers opgetrokken van 25% naar 28%; ook voor lopende flexi-jobs.

2. Minimum en maximumloon

Het basis-flexiloon moet voortaan minstens gelijk zijn aan het brutobedrag van het baremieke loon dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie. Indien er geen baremiek salaris werd vastgelegd, dan moet het minstens gelijk zijn aan het GGMMI. 

Daarnaast komt er ook een maximumloon: het flexiloon (met inbegrip van de vergoedingen, premies en voordelen) mag niet méér bedragen dan 150% van het hierboven vermelde minimumbasisloon. 

3. Geen flexi-job mogelijk bij de werkgever waar werknemer is tewerkgesteld of bij werkgever van eenzelfde groep

Het is niet mogelijk om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie.  We bekijken momenteel de impact van de nieuwe wetgeving op (recent) gepensioneerde werknemers. Van zodra we hierover bijkomende informatie hebben, informeren we jullie hierover.

Het is evenmin toegestaan om een flexi-job uit te oefenen binnen een onderneming die verbonden is met een vennootschap waar de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft voor minstens 4/5de tewerkstelling. Het gaat om een “groep” in de zin van artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

4. Informatie aan de Ondernemingsraad

In ondernemingen met een ondernemingsraad waar flexi-jobwerknemers worden ingezet, moet elk jaar een overleg plaatsvinden over de toepassing van deze flexi-tewerkstelling.

5. Pro memorie: opt out/opt in

De sociale partners van de betrokken subsectoren krijgen de mogelijkheid om via CAO overeen te komen om geen flexi-jobs toe te laten (opt-out). Anderzijds wordt ook de mogelijkheid gecreëerd om via een sector-CAO overeen te komen om flexi-jobs in te voeren (opt-in). 

Binnen het PC 118 hebben de sociale partners een verdeeld standpunt: de werkgeversbank pleitte voor een opt in voor de hele sector PC 118, vakbonden bepleitten daarentegen een opt-out. Aangezien er geen unaniem standpunt gevonden werd, blijft de uitbreiding van de flexi-jobs beperkt tot de hierboven genoemde sub-sectoren binnen PC 118.