Waarom consumenten meer betalen voor bepaalde producten in België

02.01.2024

Het Prijzenobservatorium heeft een grondige analyse uitgevoerd van de verschillen tussen de consumentenprijzen in België en die van de buurlanden. Niet enkel worden de prijsniveaus vergeleken, hoofdzakelijk worden vooral de redenen voor deze verschillen in het daglicht gesteld.

Laten we beginnen met het goede nieuws: sinds 2016 zijn de consumentenprijzen voor voedingsmiddelen en niet-alcoholische dranken in België minder gestegen dan in Duitsland en Nederland, en ongeveer even veel als in Frankrijk.

Gemiddeld zijn nationale merkproducten duurder

De huidige prijzen van identieke merkproducten blijven echter hoger dan die van onze buurlanden: voor verwerkte voedingsproducten zouden Belgische consumenten in 2022 gemiddeld 10,7% meer betalen dan in Duitsland, 9,1% meer dan in Frankrijk en 8,4% meer dan in Nederland. Een opmerking die deze algemene cijfers nuanceert, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de analyse, betreft de omvang van de steekproef. Op basis van de gegevens in de studie en onze eigen inschattingen zou de representativiteit van de database met betrekking tot de hoeveelheid verkochte merkproducten 28% zijn voor Nederland, 27% voor Frankrijk en slechts 5% voor Duitsland.

Gemiddeld zijn huismerkproducten goedkoper

In tegenstelling tot merkproducten kost een winkelmandje dat volledig uit huismerkproducten bestaat ongeveer 15% minder in België dan in Frankrijk, ongeveer 25% minder dan in Duitsland en ongeveer 40% minder dan in Nederland. Er moet echter benadrukt worden dat deze resultaten gebaseerd zijn op een individuele steekproef en dat men dus voorzichtig moet zijn met deze veralgemening. Merk op dat het marktaandeel van huismerken 39,1% bedroeg in 2022.

Een verschillende prijsstrategie

Volgens het Prijzenobservatorium lijken "deze verschillen in resultaten tussen merkproducten enerzijds en huismerkproducten en onbewerkte voedingsproducten anderzijds, grotendeels te worden verklaard door de prijsstrategieën van retailers en door de aard van het retaillandschap in België. In vergelijking met de buurlanden heeft België een sterk gediversifieerd retaillandschap. Bekende operatoren gaan de concurrentie met elkaar aan via verschillende winkelformules en concurreren niet uitsluitend op vlak van prijzen, maar ook op het gebied van kwaliteit en assortiment. Ondertussen hebben ook discountzaken een aanzienlijk marktaandeel veroverd. Deze discounthandelaars bieden hoofdzakelijk huismerken aan, waardoor er vooral voor deze producten prijsconcurrentie is.”

Factoren die de prijsverschillen verklaren

Naast de prijsstrategieën van de retailers, merkt het Observatorium op dat bepaalde factoren eerder in het voordeel van België werken, terwijl andere juist in het nadeel werken. Tot slot spelen bepaalde factoren een neutrale of onzekere rol.

Het effect van de stijgende prijzen in België

Hogere brutomarges voor retailers in België

Geografische ladder

Hogere salariskost per werknemer in België

Flexibiliteit van de arbeidsmarkt: minder flexibiliteit in Beligë

Hogere electriciteitskosten (in 2022) in België

Standard BTW tarief van 21% (19% in Duitsland en 20% in Frankrijk)

Hogere accijnzen en belastingen op dranken in België

Etikettering (taalwetgeving): 3 talen in België

Verkoop met verlies (toegestaan in Duitsland en in Nederland)

Neutraal (geen grote verschillen tegenover de buurlanden)

Welzijnsniveau

Aankoopcentrales

Etikettering (inhoud)

Openingstijden en wekelijkse rustdag

Wetgeving met betrekking tot de oprichting

Verkoop met verlies (vergeleken met Frankrijk)

Het effect van de dalende prijzen in België

Evolutie van de aankoopprijs in de sector van de retailers

Evolutie van de concurrentie (marktdynamiek)

Evolutie van de marges (verlaging) in de sector van de retailers

Dichtheid van de bevolking

Verlaagd BTW tarief van 6% in België (7% in Duitsland en 9% in Nederland)

Onduidelijke positie

Bedrijfsstrategie (cfr. Verschil in resultaat tussen nationale en huismerkproducten)

Niveau van aankoopprijs (geen gegevens beschikbaar)

Territoriale leveringsbeperkingen (het is niet bekend of de impact wijdverspreid is)

Arbeidsproductiviteit

Bron: Prijsobservatorium (tabel 11, pagina 62)

 

Enkele opmerkingen bij deze tabel:

  1. Van de 9 factoren die de hogere prijzen in België verklaren, zijn er 7 rechtstreeks te wijten aan het beleid dat in ons land wordt gevoerd. Het zal niemand verbazen dat het de 3 handicaps bevat die het concurrentievermogen van onze bedrijven ondermijnen: de loonhandicap, de energiekostenhandicap en de belastinghandicap. Aangezien deze handicaps zowel voor retailers als producenten gelden, hebben in België geproduceerde voedingsmiddelen en dranken handicaps die zich opstapelen doorheen de hele keten. Er moet worden opgemerkt dat het verlaagde btw-tarief van 6% ten opzichte van 5,5% in Frankrijk de 10e factor op deze 'rode' lijst had kunnen zijn.
  2. Van bepaalde factoren kan worden gezegd dat ze een positief effect hebben voor de consument wat betreft de prijs van zijn winkelkar, maar een negatief effect op de schakels hogerop in de keten. Hoewel de evolutie van de concurrentie op de Belgische retailmarkt in het voordeel van België werkt, is er ook een keerzijde aan de medaille. De laatste jaren hebben een aantal internationale spelers hun intrede gedaan op de Belgische markt, en een deel van hun bevoorrading, in het bijzonder de huismerken, zou wel eens uit het buitenland kunnen komen. Bovendien kan de intensivering van de concurrentie in België leiden tot een race naar de laagste prijs, waardoor de druk op leveranciers toeneemt. Drastische daling van de rendabiliteit in de voedingsindustrie is hier een direct gevolg van.
  3. Met betrekking tot territoriale leveringsbeperkingen merkt het Observatorium op dat "voedingsproducenten de Europese interne markt zouden versnipperen met de bedoeling om in bepaalde landen hogere prijzen aan te rekenen. Onder andere de AB Inbev-affaire bewijst het bestaan van dit fenomeen." Maar ook het verbod op het niveau van de wetgeving! Het Observatorium wijst er echter op dat de veralgemening van het probleem in termen van voedingsmiddelen en het effect ervan op de prijsniveaus niet voor de hand liggen.
  4. De neutrale positie van aankoopcentrales of "retailallianties" wordt niet alleen verklaard door het feit dat dit geldt voor retailers in België en de buurlanden, maar ook door het feit dat de best mogelijke voorwaarden, onderhandeld dankzij de grotere onderhandelingsmacht van deze allianties, bij lange na niet worden doorgerekend in de consumentenprijzen.
  5. Tot slot moet worden opgemerkt dat, wat de producentenprijzen van voedingsmiddelen betreft, België niet de grootste prijsstijgingen noteert in vergelijking met de buurlanden (behalve in één subsector). Er zijn geen gegevens over het niveau van deze prijzen in België of elders.

Aan het werk!

Op vraag van Minister van Economie Dermagne heeft het Prijzenobservatorium een objectieve en diepgaande vergelijking opgemaakt van de verschillen in prijs voor de consument in België en onze buurlanden. Laten we hopen dat deze analyse niet (te) veel stof vangt vooraleer structurele maatregelen worden genomen om ons Belgisch voedingsecosysteem te versterken, ten voordele van iedereen.

 

Lees hier de reactie van Fevia en de volledige studie van het Prijzenobservatorium.