De energienorm is niet van belang, wel de maatregelen

02.05.2017

De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), publiceerde onlangs een nieuwe studie die energieprijzen in België vergelijkt met die in enkele van onze buurlanden.[1] Deze studie bevestigt dat de energiekosten van kleine energie-intensieve bedrijven te hoog zijn. FEVIA vraagt geen energienorm, maar wel concrete maatregelen die alle energieconsumenten beschermen, inclusief de kleine verbruikers zoals de meeste bedrijven in de voedingsindustrie. 

De kleine Belgische elektro-intensieve voedingsbedrijven die 10 Gwh verbruiken betalen hun elektriciteit tussen 18 en 45 % duurder in België vergeleken met Frankrijk, Nederland en Duitsland. Enkel in het Verenigd Koninkrijk zou een gelijkaardig bedrijf zijn verbruik iets duurder betalen.

De studie van de CREG vergeleek verschillende verbruiksprofielen. Deze studie focust niet enkel op de grote elektriciteitsverbruikers maar ook op de energiekosten voor de kleine elektriciteitsverbruikers zoals er veel zijn in de voedingsindustrie. Deze bedrijven verbruiken tot 100 keer minder elektriciteit dan de grote verbruikers maar worden toch geconfronteerd met aanzienlijke stijgingen van de energiekosten. Voor een elektro-intensief bedrijf, m.a.w. wanneer de energiekosten een belangrijk aandeel hebben in de totale kostenstructuur, kan dit een echt competitief nadeel zijn.

Ook de niet elektro-intensieve bedrijven zien hun energiekosten steeds maar stijgen, zelfs al toont de vergelijking met de buurlanden geen grote handicap (behalve met Nederland dat veel goedkoper is). Tussen 2016 en 2017 stegen de energieprijzen met 6 %. Dit komt bovenop de talrijke prijsstijgingen van de afgelopen jaren. FEVIA heeft de stijging van de meerkosten tussen 2009 en 2017 uitgerekend op 337 % voor een Waals voedingsbedrijf en op 420 % voor een Vlaams voedingsbedrijf.

Om de meerkosten toch enigszins beheersbaar te houden werden verschillende vrijstellingsmechanismen ingevoerd. Dat is een goede zaak maar voor de kleine verbruikers zijn ze onvoldoende. Ze houden immers vooral rekening met het totale verbruik en niet met de energie-intensiviteit. Het algemene principe is het volgende: hoe meer een bedrijf verbruikt, hoe minder het moeten betalen per kWh. De voordelen gaan dus vooral naar de grote bedrijven en niet naar de kleinere energie-intensieve bedrijven. Aangezien de meeste voedingsbedrijven tussen 10 en 25 GWh verbruiken genieten zij minder van deze degressieve vrijstellingsmechanismen.

FEVIA eist geen energienorm maar concrete maatregelen die alle energieconsumenten beschermen, inclusief de kleine verbruikers.

FEVIA vraagt geen energienorm. De studies tonen aan dat er een handicap bestaat in vergelijking met de buurlanden en dat dit aangepakt moet worden. FEVIA eist een herziening van de vrijstellingsmechanismen. Een elektro-intensief bedrijf, ongeacht of het al dan niet veel verbruikt, zou hetzelfde tarief moeten betalen voor de meerkosten. De niet-elektro intensieve bedrijven mogen echter niet het slachtoffer worden van dit specifiek elektro-intensief tarief. Het behoud van de competitiviteit van de bedrijven vraagt dringende en gedurfde maatregelen.

[1]  CREG, A European comparison of electricity and gas prices for large industrial consumers, March 2017 (Update)