Een SUP-plement van 189 miljoen? Trop is te veel!

06.02.2023

Voedingsbedrijven brengen niet alleen voeding en dranken op de markt, maar even goed een verpakking in een circulair jasje. Die verantwoordelijkheid en bewustwording zit al een tijdje ingebakken bij onze bedrijven. Toch krijgen ze nog meer verantwoordelijkheid op hun bord met de nieuwe Europese SUP-richtlijn. Die richtlijn, die staat voor Single Use Plastics, voorziet meerdere maatregelen waarbij de producent instaat voor de zwerfvuilkosten. België giet op dit moment de richtlijn om in interregionale wetgeving. Maar het ontwerp dat vandaag op tafel ligt, is helaas het resultaat van een gebrek aan dialoog. Het is niet transparant en gaat veel verder dan wat Europa vraagt, met hallucinante bedragen tot gevolg. Ann Nachtergaele, Environmental Affairs & Energy Director, legt de absurditeit van het ontwerp bloot en doet voorstellen om samen te werken aan een écht zwerfvuilbeleid.

 

Vandaag zien we helaas nog te veel zwerfvuil in het straatbeeld. En dat ondanks de vele inspanningen van burgers en van de industrie. Geloof me: ook voor voedingsbedrijven is zwerfvuil een doorn in het oog. De voedingssector wil daarom nog een versnelling hoger schakelen in de strijd tegen zwerfvuil. Samen met Comeos en Fost Plus leggen wij een nieuw integraal plan op tafel, onder de noemer “Every packaging counts”. Het betalen van de zwerfvuilkosten in samenwerking met de gemeenten, is daar een onderdeel van. Maar wat België en haar gewesten vandaag voorstellen, tart alle verbeelding. Zoek je samen met ons mee naar de 3 fouten?

Ik kan het niet genoeg herhalen: geen enkele voedingsproducent ziet z’n verpakking graag op de grond belanden. Onze voedingsbedrijven nemen al jaren verantwoordelijkheid om aan oplossingen bij te dragen, samen met bedrijven uit de retail en via Fost Plus. Sinds 2016 leggen we jaarlijks 17 miljoen euro op tafel om in de drie gewesten een gecoördineerd zwerfvuilbeleid op poten te zetten.

Met dat budget werd er in Vlaanderen Mooimakers opgericht, BeWapp in Wallonie en is er een samenwerking met het Brusselse gewest. Met deze expertisecellen worden onder andere de steden en gemeenten gesteund in hun zwerfvuilbeleid, bijvoorbeeld met coaching, een vuilnisbakkenplan, camera’s, nudgingprojecten, enzovoort. Ook tal van andere acties kregen financiële steun, denk aan belonings- en sensibiliseringsacties in scholen. 

Wat verwacht Europa precies en hoe vertaalt België dat?

 

De Europese richtlijn over Single Use Plastics vraagt dat producenten van bepaalde, welomschreven plastic verpakkingen en andere voorwerpen de opruimingskosten voor het opkuisen van zwerfvuil en voor het ledigen van de vuilnisbakken moeten betalen.

Op die manier wil de Europese Commissie de producentenverantwoordelijkheid rond recyclage en preventie van die verpakkingen uitbreiden naar de zwerfvuilproblematiek. 

Op dit moment zetten de drie gewesten in België deze richtlijn om. Helaas werd de voedingsindustrie uitgesloten uit de gesprekken over de omzetting van de richtlijn. Desondanks blijven we onze verantwoordelijkheid opnemen en blijven we bereid om de zwerfvuilkosten te betalen. Maar we hebben drie grote problemen met hoe de overheden in ons land die omzetting invullen. En dat zonder met de sector in dialoog te gaan om te zoeken naar echte oplossingen…

Deze taks benadeelt onze bedrijven

De Europese SUP-richtlijn richt zich specifiek naar een lijst welomschreven plasticverpakkingen zoals flessen, bekers en food containers. De meeste andere landen beperken zich dan ook tot die lijst bij de omzetting naar nationale wetgeving, behalve ons land. Onze drie gewesten besloten om het toepassingsgebied van de richtlijn uit te breiden naar zowat alle verpakkingen. En ze betrekken ook de kauwgomsector, terwijl die helemaal niet voorkomt in de richtlijn. 

Je kan hier spreken van “goldplating”: ons land legt zwaardere verplichtingen op dan wat Europa voorschrijft. Dat klinkt misschien ambitieus, maar het levert onze eigen bedrijven wel een concurrentieel nadeel op ten opzichte van collega’s in andere EU-lidstaten. 

Deze taks kost onze bedrijven drie keer meer dan in buurlanden

Volgens de Europese richtlijn mogen lidstaten enkel de kosten doorrekenen die noodzakelijk zijn om zwerfvuil op een kostenefficiënte manier te verwerken. Maar de drie gewesten willen dat de producenten instaan voor alle kosten, inclusief de algemene kosten. En wat betreft de kostefficiëntie, daar zijn er ook grote vragen. De kosten worden inderdaad bepaald op basis van een bevraging van de gemeenten: onze sector zou gewoon moeten betalen wat het volgens hen kost. Maar de bedragen die op tafel liggen, zijn gewoon hallucinant: voor verpakkingen komt dat neer op maar liefst 189 miljoen euro extra! 

Dat is bijna een verdubbeling van de bijdragen die we nu aan Fost Plus betalen voor het ophalen, sorteren en recycleren van alle huishoudelijke verpakkingen in glas, papier en karton en alles wat in de PMD-zak zit. Omgerekend komt dat neer op een kost van 16,5 euro per inwoner in ons land. Ter vergelijking: in Frankrijk, Duitsland of Nederland komen ze tot een gemiddelde kost van 3 euro, 3,5 euro en 5,5 euro per inwoner. Wij zouden in België dus minstens drie keer meer moeten betalen! 

Voor kauwgom is het bedrag al helemaal disproportioneel: de kauwgomsector zou bijna 25 miljoen euro moeten betalen, wat overeenkomt met meer dan de helft van hun omzet in België. Door zo’n bedragen riskeren we dat producenten gewoonweg geen kauwgom meer kunnen verkopen in België…

Bespaar je de berekening. In onderstaande tabel lees je hoeveel kosten we vandaag betalen en hoeveel we morgen eventueel extra moeten ophoesten. Stevenen we af op 1 miljard euro? Dit is overdreven!

Deze taks motiveert niet om zwerfvuil efficiënt aan te pakken

Ik wind er geen doekjes om: deze voorstellen gaan puur om de invoering van een platte taks. Met onze argumenten en advies werd doorheen het proces tot nu toe duidelijk geen rekening gehouden. Toch is het onze sector die moet betalen, ook al hebben we geen enkel zicht op hoe overheden dat geld zullen inzetten. Wordt het effectief ingezet om de zwerfvuilproblematiek op een meer efficiënte manier aan te pakken, of blijven steden en gemeenten gewoon de factuur doorschuiven? Ons doel is duidelijk. Betalen: ja, maar voor een beter resultaat op het terrein.

Onze voorstellen om samen écht impact te creëren

Ten eerste vragen we om de kosten op een transparante manier en samen met alle betrokken partijen vast te leggen. We pleiten voor een echte samenwerking tussen de gemeenten en het bedrijfsleven om samen de zwerfvuilproblematiek aan te pakken. Niet met een platte taks dus, maar op basis van een correcte bijdrage die echt gebaseerd is op efficiënte diensten.

Voorts willen we verder werken aan een bredere aanpak om het zwerfvuil aan de bron aan te pakken. Enerzijds door zelf in te zetten op het verminderen van verpakkingen waar mogelijk. We kijken daarvoor naar nieuwe businessmodellen, zonder verpakkingen of met herbruikbare verpakkingen. Concreet doen we dat via de Green Deal Anders Verpakt. Anderzijds doen we dat met de invoering van het digitaal statiegeldsysteem voor drankverpakkingen en andere beloningssystemen. 

Tot slot pleiten we ervoor dat de overheid van haar kant nog meer inzet op handhaving. Want hoe je het ook draait of keert: helaas zal er altijd een kleine, hardleerse groep overblijven die zich van niets aantrekt. Voor die groep, die er blijkbaar van uitgaat dat hun afval wel wordt opgekuist en de kosten door de industrie worden betaald, baat enkel bestraffing.

Ik hoop oprecht dat deze oproep niet in dovemansoren valt. Laten we samen in dialoog gaan en werken aan een circulair verpakkingsbeleid waarmee we de zwerfvuilproblematiek effectief kunnen oplossen.