Evolutie van de marges - aflevering 3: voedingshandel

26.02.2024

Tussen 2021 en 2022 steeg de omzet sterk in de groothandel in voedingsmiddelen (+10,8%), terwijl de stijging kleiner was in de niet-gespecialiseerde detailhandel waarbij voedings- en genotmiddelen overheersen (hierna retail) (+2,5%) en in de detailhandel in voedingsmiddelen in gespecialiseerde winkels (+6,5%). De nettomarge daalde voor de drie sectoren.

Sterke daling van de marge in de retail in 2022

De nettomarge van de retail daalde van 1,93 % in 2021 naar 1,16 % in 2022 en bereikt daarmee het laagste punt van de geanalyseerde periode (2017-2022). Deze daling van de nettomarge wordt waargenomen in alle sub-sectoren van de groothandel en de detailhandel in voeding en dranken. Voor deze laatste twee categorieën van handel was de marge in 2022 echter over het algemeen hoger dan het gemiddelde in de periode 2017-2019.

Let wel op: op het moment van de opmaak van het rapport van het Prijzenobservatorium, was de 2022-jaarrekening van Delhaize De Leeuw nog niet beschikbaar. Deze onderneming werd dus niet opgenomen in het geanalyseerde vast staal.

In de retail leed een groot deel van de ondernemingen een operationeel verlies in 2022: 28,5%. Dat is het hoogste niveau van de geanalyseerde periode. Dit aandeel van bedrijven is in de groothandel en de gespecialiseerde detailhandel ook gestegen ten opzichte van 2021, maar het niveau is niet hoger dan in de jaren 2017-2019.

Voornamelijk door de toegenomen concurrentie

De evolutie van de belangrijkste kostenposten waarmee (grote en middelgrote) retailbedrijven worden geconfronteerd, toont aan dat het aandeel van de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen in de totale omzet stabiel is gebleven tussen 2021 en 2022 (iets minder dan 75%). Het relatieve aandeel van diensten en diverse goederen en lonen en salarissen is daarentegen gestegen. Dit betekent dat supermarkten hun prijzen voor consumenten hebben kunnen verhogen met hetzelfde percentage als de stijging van de aankoopprijs van producten, maar zonder de stijging van andere productiekosten te kunnen doorrekenen.

Het is belangrijk van op te merken dat deze sector onderworpen is aan een automatische loonindexering die gebaseerd is op een spilindex die overschreden wordt, in tegenstelling tot de voedingsindustrie waar de indexering één keer per jaar plaatsvindt.

Het Prijzenobservatorium merkt op dat, in vergelijking met eerdere inflatiegolven (2006-2008 en 2010-2013), het vermogen van detailhandelaren om alle stijgingen van aankopen, diensten en andere goederen en lonen door te rekenen in de verkoopprijzen lijkt te zijn afgenomen. Dit is mogelijk het gevolg van de toegenomen concurrentie in de sector en de intensiteit van de huidige stijging van de diverse productiekosten.

Grote bedrijven duidelijk meer getroffen

De daling van de nettomarge tussen 2021 en 2022 wordt waargenomen ongeacht de bedrijfsgrootte in de retailsector. Onderstaande grafiek laat echter een verschillende trend zien tussen grote bedrijven (>250 werknemers) en kleine en middelgrote ondernemingen. In 2021 boekten de KMO’s een relatief (zeer) hoge nettomarge. In 2022 daalde de marge, maar bleef hoger dan de gemiddelde marge over de periode 2017-2019. Voor grote retailbedrijven lag de nettomarge in 2021 daarentegen op een lager niveau dan in de periode 2017-2019. En ze daalde nog verder in 2022 en bereikte een historisch dieptepunt.

Het zijn dus vooral de grote bedrijven die de winstgevendheid zien dalen. En zij zijn degenen die fel concurreren op prijs. In zekere zin schieten ze zichzelf in de voet.  In zijn vorige studie (december 2022) gaf het Prijzenobservatorium aan dat van de 16 grote bedrijven in de retailsector er 5 een negatieve rentabiliteit hadden. Naast concurrentie is er zeker ook een element van inefficiëntie dat een negatieve impact heeft op de resultaten.

Er moet worden opgemerkt dat de gegevens alleen betrekking hebben op Belgische entiteiten van de supermarktketens. De meeste maken echter deel uit van grote groepen die op veel markten actief zijn. Ze kunnen het zich dus veroorloven om een (zeer) lage rentabiliteit te hebben in België als, anderzijds, de resultaten op buitenlandse markten goed zijn.

Status quo verwacht in 2023

Voor 2023 zijn de trends die het theoretische model van het Prijzenobservatorium identificeerde minder duidelijk. De status-quo lijkt echter te overheersen voor marges, met kosten die aan het begin van het jaar blijven stijgen, maar vervolgens dalen terwijl de verkoopprijzen stabiliseren.

 

Voorafgaandelijk: Globaal overzicht - Voedingsindustrie

Vervolg: aflevering 4 "Marges in de landbouw"