Ondernemers tussen hamer en aambeeld

03.06.2021

De Nationale Bank beklemtoonde het onlangs nog: terwijl we zelf (eindelijk!) genieten van terrasjesweer, zijn de donkere wolken boven de Belgische economie (helaas!) nog niet verdwenen. Dat de economie opnieuw stap voor stap opengaat, geeft zeker ademruimte. Maar tegelijk duikt een nieuwe uitdaging op… Reden te meer om onze ondernemers niet los te laten totdat de storm is gaan liggen. 

Uit een bevraging van de Belgische bedrijven blijkt de aandacht steeds meer te verschuiven naar capaciteitsproblemen van het aanbod. De wereldwijde bevoorradingsketen is dan ook ernstig verstoord en daar ziet ook de voedingsindustrie van af. Bovendien gaan die bevoorradingsproblemen gepaard met een sterke stijging van de kosten voor onze voedingsbedrijven. Dat blijkt duidelijk uit een bevraging bij de leden van Fevia, waarvan we binnenkort de resultaten delen. Laat het duidelijk zijn: ook al zie je vandaag nog amper hogere prijzen voor voeding en dranken in de winkels, achter de schermen rust er een enorm grote druk op de voedingsproducenten. 

Maar laten we eerst het positieve nieuws aankaarten. Uit onze halfjaarlijkse conjunctuurenquête blijken onze ondernemers voorzichtig optimistisch. En da’s hoopgevend! Eens te meer blijkt: “When the going gets tough, the tough get going”. We kunnen wel stellen dat onze ondernemers absoluut geen Calimero’s zijn (je weet wel, dat zwarte kuikentje met de gebroken eierschaal op zijn kopje en dat eeuwige zinnetje “dat is niet eerlijk”). Zo zitten ondernemers duidelijk niet in elkaar: ze stropen hun mouwen op, gaan door en nemen elke kans te baat om beter te worden. Aan dynamiek en fierheid duidelijk geen gebrek in onze lekkerste sector!

Ondanks de bijzonder moeilijke economische situatie, horen we bij onze voedingsbedrijven nog steeds de echo van de ambities uit het #reversethecurve herstelplan van Fevia. Het bewijs? Liefst 4 op de 5 voedingsbedrijven wil blijven investeren in 2021, vooral in een verhoging van de productiecapaciteit en in productie- en energie-efficiëntie. De coronacrisis is in dat opzicht voor veel ondernemers dé gelegenheid geweest om zichzelf in vraag te stellen en heruit te vinden. “Never waste a good crisis!”, nietwaar?

Ondanks die hoopvolle signalen kan het niet anders dan dat bij veel ondernemers het water stilaan aan de lippen staat. Ze zetten dapper door, zodat onze bedrijven blijven draaien en wij allemaal als vanouds kunnen blijven genieten van lekkere, kwalitatieve voeding en dranken. Klagen doen ze niet, maar eigenlijk hebben ze er alle reden voor…. Ingrediënten zoals granen, oliën, bepaalde vezels, dextrose en aroma’s worden steeds schaarser. Dat zorgt voor een moeilijke bevoorrading, voor langere leveringstermijnen en voor onverwachte, fikse prijsstijgingen. En dat terwijl ook de kosten voor verpakkingsmateriaal, energie en transport de hoogte in gaan. Tot slot hebben onze bedrijven zwaar geïnvesteerd in beschermingsmateriaal en -maatregelen om de veiligheid van onze Food Heroes in coronatijden maximaal te garanderen. De rekening begint kortom zwaar door te wegen. 

Uit onze bevraging blijkt dat bijna alle voedingsbedrijven hun kosten de afgelopen maanden zagen stijgen.  Meer dan de helft van de bevraagde voedingsbedrijven gaf aan dat ze de stijging van de productiekosten moeilijk kunnen doorrekenen in hun verkoopprijs. Voornamelijk omdat de prijzen op voorhand worden vastgelegd in jaarcontracten, vooral met groothandelaars, die vaak niet openstaan voor een tussentijdse herziening. En dat terwijl zo’n uitzonderlijk sterke stijging van de productiekosten voordien moeilijk voorspelbaar was. Maar ook uit angst om aan competitiviteit en klanten te verliezen is het allesbehalve evident om prijzen te verhogen. We roepen onze ketenpartners, in het bijzonder binnen de retail, dus op om in deze omstandigheden het nodige begrip en flexibiliteit te tonen.  

De heropstartende horeca proberen we maximaal te sparen, maar ook daar zullen prijsstijgingen helaas soms niet te vermijden zijn. De extra kosten vallen nu immers volledig ten laste van de voedingsproducenten. Zij worden op die manier tussen hun leveranciers en hun afnemers gesandwiched: hun leveranciers rekenen een prijsverhoging aan omwille van overmacht, maar zelf kunnen onze bedrijven die vaak niet doorrekenen aan hun afnemers. Hun rentabiliteit komt dus nog meer in het gedrang. Vraag is dus of de impact van de huidige situatie niet billijk binnen de keten kan worden verdeeld.

We moeten vandaag meer dan ooit de vraag stellen welke waarde we toekennen aan onze voeding en dranken. Willen we kost wat kost streven naar de laagste prijzen, zoals sommigen bepleiten? Of gaan we eerder voor een eerlijke prijs? In de huidige economische omstandigheden roepen wij op om te streven naar een correcte prijs die door iedereen, inclusief de consument, wordt aanvaard. Een correcte prijs betekent een correcte verloning voor iedereen in de voedselketen en houdt rekening met de vele vereisten die aan het produceren van lekkere, evenwichtige, veilige en duurzame voeding verbonden zijn. Meer nog, een correcte prijs houdt ook rekening met “economische duurzaamheid” en dus financiële leefbaarheid voor elke schakel. Want anders duurt het verhaal niet lang… 

De voedingsindustrie is een belangrijke en dynamische sector en blijft ambitieus. Maar het kan niet anders of deze situatie bezorgt onze ondernemers slapeloze nachten. Laten we hen dus niet loslaten doorheen deze aanhoudende crisis. Een negatieve impact op de rentabiliteit en op het herstel van onze bedrijven, zal zich anders op termijn ook doorzetten op de omzet en op de investeringen. Dat scenario moeten we absoluut vermijden, want net die investeringen zijn de basis voor de competitiviteit, innovatie, groei en jobs van morgen. De inzet is groot, des te meer omdat veel andere sectoren afhangen van de voedingsindustrie.

Onze bedrijven willen, nu we stilaan uitzicht krijgen op het einde van de coronacrisis, graag snel weer aanknopen met economische groei. Maar dan moeten we dit obstakel zeker overbruggen en wegruimen. We roepen onze regeringen dan ook op om onze bedrijven te blijven ondersteunen. Wij moeten als essentiële sector kunnen blijven draaien. Ons doel blijft om het duurzame groeipotentieel van onze sector waar te maken voor ons allen: ondernemers en werknemers in de voedingsindustrie, leveranciers, klanten, consumenten en de overheid.