Wanneer de kraan dichtgaat, drogen ook de winkelrekken op

30.08.2022

Tijdens de maanden juli en augustus viel er in ons land welgeteld 23 millimeter neerslag. Daarmee lijkt 2022 de geschiedenis in te gaan als de droogste zomer sinds 1833. Het is duidelijk dat we grondig moeten nadenken over hoe om te gaan met de aanhoudende droogte, zowel op korte als op lange termijn. Op beleidsvlak ligt de bal in Vlaanderen momenteel bij de droogtecommissie, die voor de moeilijke taak staat om verschillende belangen af te wegen. In Wallonië is de situatie weliswaar minder zorgwekkend, maar is zo ook niet rooskleurig.

Voor ons staat één ding als een paal boven water (pun intended!): zonder de garantie op water kunnen we de voedselbevoorrading niet blijven garanderen. Zowel landbouwers als voedingsbedrijven hangen af van de beschikbaarheid van voldoende water om ook morgen de winkelrekken nog te kunnen vullen. De voedingsindustrie is dan ook een essentiële sector, zoals tijdens de coronacrisis is gebleken.

Dat er werk gemaakt wordt van een afwegingskader is een daad van goed bestuur en van verantwoordelijkheid opnemen. Laten we hopen dat het niet tot drastische maatregelen moet komen, maar laten we evenzeer voorbereid zijn op een verder aanhoudende droogte. En daarin moeten we durven om echte keuzes te maken. Dat landbouworganisaties ervoor pleiten om de productie van voeding voorrang te geven op recreatieve doeleinden is daarbij niet meer dan normaal. Kiezen voor voedselvoorziening is een rationele keuze.

De voedingssector is de grootste industriële werkgever en investeerder van ons land. Die afschakelen van water zou onverantwoordelijk zijn en een impact hebben op de volledige keten: van in de winkelrekken tot op het veld van onze landbouwers. Naast de impact op de voedselvoorziening en de socio-economische impact riskeren we ook heel wat landbouwgrondstoffen verloren te laten gaan, wat dan weer een ecologische impact heeft.

Water is op tal van manieren essentieel voor onze essentiële sector: om landbouwgewassen te telen, maar evenzeer tijdens de verwerking, als ingrediënt, om te koken, te spoelen of af te koelen en uiteraard om onze fabrieken schoon te maken en de voedselveiligheid te bewaken. Een tekort aan water zou bovendien een extra klap betekenen bovenop de huidige explosie aan kosten voor energie, grondstoffen, transport, verpakkingen en lonen. Laat het duidelijk zijn: de voedingsindustrie blijft haar rol als essentiële sector opnemen, maar doet dat de voorbije jaren in extreem moeilijk omstandigheden.

Onze voedingsbedrijven voelen vandaag de impact van de prijsstijgingen voor energie. In het kader van de gasbevoorrading heeft de Commissie in haar recente mededeling “Safe gas for a safe winter” de lidstaten ook aanbevolen om in hun noodplannen rekening te houden met essentiële gebruikers, zoals industrieën die beslissend zijn voor de bevoorrading van essentiële producten. Voeding wordt hierbij expliciet als een maatschappelijk kritieke sector aangeduid.

De droogteperiodes zelf zorgen bovendien voor een extra uitdaging doordat ze al voor het zoveelste jaar op rij zorgen voor een verminderde gewasopbrengst en -kwaliteit. Voor boontjes kijken we al aan tegen verliezen van gemiddeld 50%. Er zijn zelfs percelen waar landbouwers niets zullen kunnen oogsten. De voedingsketen kampt dus al met problemen door het huidige klimaat. Bijkomende opgelegde waterbeperkende maatregelen zou dit nog verergeren. 

De voedingsindustrie langs haar kant heeft de voorbije jaren al meerdere initiatieven ondernomen en is samenwerkingsverbanden aangegaan om duurzamer met water om te gaan, om minder water te gebruiken en om alternatieve waterbronnen in te zetten. Zo zijn er steeds meer voedingsbedrijven die waterhergebruikprojecten opstarten, zodat hun afvalwater opgezuiverd wordt tot drinkwaterkwaliteit en opnieuw kan gebruikt worden, wat een enorme waterbesparing oplevert. De voedingsbedrijven maken daarmee werk van de doelstellingen uit de duurzaamheidsroadmap van de Belgische voedingsindustrie. Daarin nam onze sector expliciet twee doelstellingen op het verlagen van de watervoetafdruk. Fevia Vlaanderen is in dit kader ook een blue deal aan het voorbereiden voor de volledige Vlaamse voedingsindustrie, als uitbreiding voor de succesvolle Green Deal Brouwers die al loopt. Fevia Wallonie zal zeker ook deelnemen aan de initiatieven rond water van Circular Wallonia.

Als sector investeren we in innovatieve projecten rond duurzaam watergebruik, vaak samen met (keten)partners, onderzoeksinstellingen en onze innovatieclusters Flanders’ FOOD en Wagralim. Het ARDO-Inero project is een gekend voorbeeld in de sector van hoe afvalwater vanuit het bedrijf kan hergebruikt worden door landbouwers uit de buurt voor de beregening van groenten. Om dergelijke mooie projecten ook voor andere bedrijven eenvoudiger toegankelijk te maken pleiten we er bij beleidsmakers voor om de bestaande administratieve hinderpalen weg te werken.

We investeren dus in een duurzame toekomst en willen op een structurele manier beter bestand te zijn tegen toekomstige waterschaarste. Maar ook op korte termijn moeten we onze voedselvoorziening kunnen blijven garanderen. Om dat te doen en om geen landbouwgrondstoffen verloren te laten gaan blijft watervoorziening nodig in de voedingsindustrie. Dat moet het uitgangspunt zijn bij het nemen van noodzakelijke droogtemaatregelen. We roepen de overheden dan ook op om blijvend aandacht te hebben voor het essentiële karakter van de voedingsindustrie, die zich momenteel bovendien in een uiterst precaire situatie bevindt. Laten we ervoor zorgen dat we de productie van voeding en dranken nooit in gevaar brengen!