Hoe Belgische voedingsbedrijven laten groeien?

14.06.2019

De Brexit in het vooruitzicht, grensaankopen die al jaren stijgen en een loonkostenhandicap die weliswaar is gedaald maar verre van verdwenen. Is het voor Belgische voedingsbedrijven in deze omstandigheden nog mogelijk om te groeien, te investeren en jobs te creëren in ons land? En kan die groei dan ook gepaard gaan met duurzame oplossingen voor sociale, ecologische en maatschappelijke uitdagingen? Ja en ja zegt onze CEO Bart Buysse. Maar we hebben nood aan een aangepast kader, een traject met duidelijke doelstellingen, stabiliteit en vooruitzichten voor de komende jaren. Dus geen “Stop and Go ”-beleid.

Bart, de verkiezingen liggen intussen achter de rug. Hoe kijk jij naar de resultaten?

"Het zal niet makkelijk zijn om regeringen te vormen. Er zullen coalities gevormd moeten worden die de uitdagingen aangaan. Daarbij moeten ze rekening houden met de concurrentiekracht en met de groei want die zorgen voor werkgelegenheid en welvaart. Met een nakende Brexit, protectionisme, internationale spanningen en nog andere uitdagingen voor de deur mogen we niet te lang wachten om terug het stuur in handen te nemen en beleid te voeren. Ondanks de budgettaire situatie mogen we geen bijkomende lasten opleggen aan de bedrijven. Als we de economie en de werkgelegenheid stimuleren, dan kunnen we de inkomsten verhogen en de uitgaven verminderen."

Waar zit het groeipotentieel?

"België heeft nood aan een sterke en welvarende voedingsindustrie. Onze voedingsbedrijven hebben een groeipotentieel: het komt erop aan om daarin te investeren. Laten we geen bijkomende heffingen en belastingen invoeren die hun concurrentiepositie schaden en onze producten duurder maken dan in het buitenland. We moeten nu net inzetten op innovatie en op investeringen. Dat is het enig mogelijke antwoord op de uitdagingen van vandaag én van morgen. En het is de enige mogelijke weg om onze producten hier en in het buitenland te blijven verkopen. Zo houden we de activiteit, de werkgelegenheid en de koopkracht in België."

"De inzet is dus groot voor iedereen. Iedereen die politieke verantwoordelijkheid draagt, onze stakeholders en de actoren uit de voedingsketen kunnen hiertoe bijdragen. Een reden te meer om aan tafel te gaan zitten om “samen te koken”."

Maar tonen de cijfers dan niet aan dat de binnenlandse markt het lastig heeft?

"Inderdaad. We hebben daarvoor in het verleden al aan de alarmbel getrokken richting onze overheden: onze ondernemers krijgen het steeds moeilijker om hun kwalitatief hoogstaande producten in eigen land te verkopen. En wat stellen we vandaag de dag vast? Grensaankopen gaan jaar na jaar de hoogte in: een stijging van meer dan 50 % in de afgelopen tien jaar. Onze binnenlandse markt krimpt: steeds meer mensen doen hun boodschappen in het buitenland, vooral in Frankrijk. Voeding en dranken zijn in België duidelijk duurder dan in de buurlanden."

Waarom?

"Omdat we kampen met lasagne van taksen en heffingen die, bovenop buitengewone hoge loonkosten bij ons, de prijs van onze producten significant verhogen. Die producten kosten nu al 10 tot 15% meer dan bij onze buren. Het Prijzenobservatorium bevestigt die analyse. Het is dus niet verwonderlijk dat de consumenten elders op zoek gaan naar oplossingen. Maar dat heeft wel gevolgen ons allemaal. Grensaankopen vormen een verlies aan activiteit, aan werkgelegenheid en aan inkomsten voor de Belgische staat. Ze verplaatsen onze koopkracht ook naar het buitenland. Geen goede zaak dus …"

Hoe kunnen we die grensaankopen een halt toeroepen?

"We moeten in België een einde maken aan het overmatig belasten van voeding. Daarmee los je noch het probleem van obesitas en overgewicht noch de verpakkings- en klimaatproblematiek op. Laat ons veeleer kiezen voor samenwerking en innovatie: zo kunnen we verpakkingen verminderen en verbeteren, circulair ondernemen en het voedingsaanbod evenwichtiger maken."

Ik roep onze toekomstige regeringen op om een einde te maken aan het stop-and-go-beleid. Laat ons de bedrijven helpen om sterker in te zetten op innovatie: geef hen de stabiliteit, de tijd en de middelen die nodig zijn om hierin te investeren en de vruchten te plukken. Een heel andere aanpak dan voortdurend “de spelregels veranderen” zonder een echte visie op lange termijn."

En doen onze ondernemingen het goed op vlak van export?

"Onze ondernemers presteren in het buitenland inderdaad al sinds jaren uitstekend, met exportcijfers die gemiddeld stijgen met 5%. Op die manier creëren ze groei en werkgelegenheid. Het is ook deze export die ons de marge oplevert die het bedrijfsleven nodig heeft om te investeren en te innoveren.

Momenteel groeit onze export weliswaar trager door bepaalde onzekere factoren zoals de Brexit, de spanningen op internationaal vlak en het protectionisme op Europees en internationaal vlak. Onze export is een echte motor van groei en vooruitgang, vooral in een klein land met een open economie zoals België. We moeten dan ook koste wat kost verhinderen dat onze groeimotor begint te sputteren! "

Hoe is die tragere groei van de export te verklaren?

"We worden al sinds enkele jaren geconfronteerd met een algemene protectionistische golf. Ik denk dan aan protectionistische maatregelen zoals de in Frankrijk verplichte oorsprongsetikettering, die een rem vormt op de export van Belgische grondstoffen zoals melk of vlees die verwerkt worden in Franse producten. Ik denk natuurlijk ook aan de Brexit of aan de Zuid-Amerikaanse anti-dumping-maatregelen voor onze aardappelen of het blokkeren van export naar aanleiding van de Afrikaanse varkenspest. Dit soort maatregelen is schadelijk voor de groei, maar ook voor de reputatie van onze bedrijven die dag na dag kwalitatief hoogstaande producten maken."

Hoe kan een klein land als België deze wereldwijde trend stopzetten?

"We kunnen die trend misschien geen halt toeroepen, maar laat ons toch tenminste ons gewicht in de schaal gooien. De slogan van ons promotiemerk food.be spreekt duidelijke taal: “Small country. Great food.” Uitvoer zorgt voor werkgelegenheid en biedt ons kansen om te investeren en dus om te innoveren. Volgens mij moeten de toekomstige regeringen onze bedrijven blijven ondersteunen, de markten blijven geruststellen, ons blijven helpen om onze concurrentiepositie te versterken en om het imago van onze voeding zowel in eigen land als in het buitenland te verbeteren.

Waarom is de Brexit ook voor de voedingsindustrie een hot item?

"Het Verenigd Koninkrijk is de vierde belangrijkste handelspartner voor Belgische voedingsbedrijven, goed voor een jaarlijkse omzet van 2,7 miljard euro of ongeveer 10% van de totale export. De export is er ook zeer divers: er zijn zowel grote bedrijven als kmo's uit tal van sectoren. België exporteert verwerkte groenten en fruit zoals diepgevroren aardappelproducten, bereidingen op basis van granen, koekjes, dranken, bier, maar verder ook chocolade en zuivel. Het Verenigd Koninkrijk zal ook na de Brexit een uitgelezen handelspartner voor onze voedingsbedrijven blijven. Het is echter nog de vraag onder welke omstandigheden dit mogelijk zal zijn in de toekomst."

Welk risico houdt de Brexit in voor de voedingsindustrie?

"Da’s nog steeds moeilijk te voorspellen. We houden bij elk scenario wel rekening met strengere douanecontroles, hogere douanetarieven en meer administratieve formaliteiten. Stel u daarbij een toevloed van vrachtwagens voor in de verschillende havens waarbij de wachttijden tot meerdere dagen of weken oplopen. Als we bij de voedingsmiddelen en vooral bij de verse producten de kwaliteit willen garanderen, moeten al deze goederen snel de grens kunnen passeren.

Onze toekomstige regeringen zullen moeten nadenken over het versterken van de douanediensten en van het FAVV en ze zullen de goede samenwerking met onze regionale exportagentschappen moeten voortzetten. In afwachting daarvan bereiden wij onze bedrijven optimaal voor door hen alle nodige informatie te verstrekken via onze “Brexit-wegwijzer” (www.fevia.be/nl/brexit-wegwijzer).

We riskeren ook een impact op de werkgelegenheid: de voedingsindustrie zal het sterkst getroffen worden met een verlies van 3000 banen bij een “no deal”. Dit moeten we koste wat kost vermijden omdat onze sector voor veel banen zorgt in België."

Wat kunnen we allemaal samen doen?

"We hopen van ganser harte dat onze beleidsmakers de dialoog met de voedingsindustrie blijven aangaan en samenwerken aan oplossingen die onze welvaart en banen niet in het gedrang brengen. Onze voedingsbedrijven zijn vooral kmo’s en ze bekleden een centrale plaats op vlak van werkgelegenheid en internationale reputatie van België. Laten we dus samen oplossingen uitdokteren en de kwaliteit, de diversiteit en de innovatie van onze Belgische voedingsproducten en dranken zowel in België als in het buitenland hoog in het vaandel blijven dragen met onze merk “Food.be - Small country. Great food”. We zijn allemaal trots op onze voeding, laten we dat ook tonen!"

Op www.feviamemorandum.be vindt u alle recepten van de Belgische voedingsindustrie voor een welvarende, duurzame en gezonde toekomst