Tous ensemble voor een gezondere toekomst

14.11.2023

De strijd tegen overgewicht en obesitas is en blijft, ook in België, een belangrijke maatschappelijke uitdaging. De Belgische voedingssector werkt daarom proactief verder aan een evenwichtiger voedingsaanbod. Van een verlaging van het suiker- en zoutgehalte, tot een verhoging van het vezelgehalte in onze producten: onze voedingsbedrijven blijven zich engageren om de gezondere keuzes steeds gemakkelijker te maken voor de consument. Maar uiteraard vraagt de strijd tegen onevenwichtige voedingspatronen om een collectieve inspanning. De voedingssector ijvert daarbij voor samenwerking tussen alle actoren die voeding aanbieden en voor ondersteuning door de overheid. 

We blijven ons engageren

De voedingssector heeft reeds heel wat vrijwillige initiatieven genomen om bij te dragen aan een evenwichtiger voedingsaanbod op de Belgische markt. Sinds 2000 werkte de voedingssector aan de eliminatie van transvetten. Hierdoor is er tegenwoordig nog nauwelijks sprake van industriële transvetten in voeding.

Tussen 2008 en 2013 zorgden Fevia en Comeos er met hun Zoutconvenant voor dat de Belgen 10% minder zout consumeerden. En met het Convenant Evenwichtige Voeding, dat van 2012 tot 2020 liep, droegen Fevia en Comeos succesvol bij aan een daling van het aantal aangekochte kilocalorieën in de Belgische supermarkten. 

Met de lancering van het nieuwe “Nutri-Pact: een Coalitie voor Beter Eten” gaan we op ons elan van de voorbije jaren verder.  De leden van Fevia en Comeos nemen daarbij een waaier aan ambities en engagementen om de gezondere keuzes steeds gemakkelijker te maken voor de consument. 

Zo zetten onze leden hun inspanningen verder om de nutritionele kwaliteit van hun voedingsproducten verder te verbeteren. Ze doen dit enerzijds door meer volkoren granen, groenten en fruit, peulvruchten en noten en zaden toe te voegen aan hun productaanbod. Waar mogelijk verminderen ze het suiker- en zoutgehalte in hun producten. En voor de producten waarvoor er geen productformuleringen (meer) mogelijk zijn, zetten ze in op kleinere portiegroottes. 

We voorzien daarnaast ook een nieuw luik in het Nutri-pact, waarbij we de consument op 3 verschillende manieren willen stimuleren om voor de gezondere opties te kiezen: 

  • Via de opstart van een nudgingproject, onder leiding van BE4LIFE, willen we de gezondere keuzes subtiel naar voren schuiven in de winkelomgeving en nagaan of dit de consument helpt om effectief gezondere keuzes te maken.
  • We stimuleren onze voedingsbedrijven om in te zetten op een marketing die de gezondere opties onder de aandacht brengt.
  • We moedigen onze voedingsbedrijven aan extra informatie te verschaffen over de nutritionele kwaliteit van hun voedingsproducten, bijv. door middel van een Nutri-Score op de verpakking.

Onze bedrijven gaan heel concreet aan de slag met de engagementen die ze nemen in het kader van het Nutri-pact. Aangezien hun mooie inspanningen nog te veel onder de radar blijven, lanceerden we de website van het Nutri-Pact, waarop een waaier aan voedingsproducten te zien zijn die een gezondere optie uitmaken voor de consument. Maandelijks komen er nieuwe voorbeelden bij. 

Erkenning en steun van de overheid voor het Nutri-Pact 

De mooie nieuwe engagementen die onze bedrijven in het kader van het nieuwe Nutri-pact nemen, zijn niet onopgemerkt voorbij gegaan. Niemand minder dan minister Vandenbroucke sprak via een videoboodschap zijn sterke steun uit voor het Nutri-Pact!

We zijn heel blij met de erkenning van minister Vandenbroucke en willen graag op deze constructieve manier met de overheid blijven samenwerken. Want alleen via samenwerking kunnen we de ambities rond een gezondere toekomst – en minder overgewicht en obesitas- waarmaken. Zo zou de overheid onze engagementen nog kunnen versterken door zelf een actieve rol op te nemen en de consument te overtuigen om voor een evenwichtigere levensstijl te kiezen.

De overheid kan bijvoorbeeld meer sensibiliseringscampagnes opzetten en via positieve boodschappen de consument aanmoedigen om stap voor stap meer volkoren granen, groenten en fruit, peulvruchten en noten en zaden toe te voegen aan de maaltijd. Die productgroepen zijn immers, naast minder zoutconsumptie, de topprioriteiten van de Food Based Dietary Guidelines, en de Belgische bevolking kan hiermee de grootste gezondheidswinst boeken.

Daarnaast vragen we ook dat de overheid blijft werken aan het bredere plaatje, en een gezonde levensstijl faciliteert waarbij er naast gezondere voedingspatronen ook aandacht is voor voldoende beweging, slaap en minder (chronische) stress. 

Samenwerken met alle actoren die voeding aanbieden 

Als het gaat over het aanbieden van evenwichtigere voeding en het werken aan een betere nutritionele samenstelling van voedingsproducten, is de focus vaak beperkt tot de voedingssector. De consument eet en drinkt nochtans vaak ook voedingsproducten van de horeca, de kleinhandel en van cateraars. Daarom reiken we ook naar deze sectoren de hand uit, om zich te engageren en de gezondere keuzes gemakkelijker te maken voor de consument. 

We zijn alvast met deze sectoren in dialoog gegaan tijdens het rondetafelgesprek dat Fevia organiseerde in het kader van doelstelling 4 van haar duurzaamheidsroadmap. We brachten verder ook voedingsbedrijven, academici, gezondheidsexperten en middenveldorganisaties samen om na te gaan hoe onze plannen en engagementen elkaar kunnen versterken en bijdragen aan een gezondere toekomst.

De tien inzichten uit deze dialoog lees je hier en in onderstaande videoreeks delen de deelnemers hun takeaways uit het rondetafelgesprek. Enkele belangrijke inzichten geven we alvast mee: 

  • De sectoren die voeding aanbieden mogen nog zo veel werken aan gezondere voedingskeuzes, als de consument het product niet meer lekker vindt, haakt hij af. Het succes ligt in een stapsgewijze aanpak, waarbij bijvoorbeeld heel geleidelijk suiker gereduceerd wordt, waardoor de consument kan wennen aan de minder zoete smaak. 
  • Gezondere voedingskeuzes aanleren en stimuleren, vraagt een mix van maatregelen en strategieën, waarbij er bijzondere aandacht besteed moet worden aan de mensen in een kwetsbare, sociaal-economische positie. De schoolomgeving wordt daarbij gezien als dé plaats bij uitstek om gezondere voedingskeuzes aan te leren omdat daar kinderen uit verschillende lagen van de bevolking bereikt worden.