Waarom moeten we meer betalen voor onze voeding?

09.11.2021

Wekenlang waarschuwt de media mij, als consument, voor toekomstige prijsstijgingen in supermarkten. “Komaan zeg!”, is mijn reactie als economiste bij Fevia. Een uitspraak die haaks staat op mijn belangen als consument? Niet noodzakelijk.

Een stijging van de productiekosten, maar met hoeveel?

Achter de vraag van deze economiste, schuilt eveneens de vraag van de consument: kunnen voedingsbedrijven zelf niet instaan voor de stijging van hun productiekosten? Helaas niet. Hieronder geef ik aan waarom.

Vandaag zien we een ware explosie van de prijzen van voedingsgrondstoffen. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) liggen de groothandelsprijzen nu meer dan 30% hoger dan in dezelfde periode in 2020. Dat is het hoogste inflatieniveau van de afgelopen tien jaar. Niet alleen voor grondstoffen, maar ook voor energie en transport betalen producenten aanzienlijk meer. Twee voorbeelden: tussen september 2020 en september 2021 is de prijs van aardgas verzesvoudigd (TTF Nederland - IMF) en zijn de kosten van het vervoer van een container verviervoudigd (world container index). Ondertussen zijn de verpakkingen ook niet achtergebleven. De kostprijs voor houten, plastic en kartonnen verpakkingen is met respectievelijk 133%, 22% en 17% gestegen (NBB).

Die prijsexplosie is het gevolg van een schaarser wordend aanbod op de wereldmarkt, vooral door klimatologische omstandigheden en slechte oogsten, veranderende consumptiegewoonten na de coronacrisis en een duidelijke stijging van de vraag door het herstel van de wereldeconomie. Maar ondanks deze enorme kostenstijging, die niemand had kunnen voorzien en waarvan de toekomstige ontwikkeling moeilijk te voorspellen is, moeten onze bedrijven voeding blijven leveren en kunnen zij hun grondstoffen, ingrediënten en verpakkingen niet zomaar vervangen.

Lees hierover onze Food & Figures Stijgende voedselgrondstoffenprijzen (+28%): stoppen of doorgaan?

De uitleg van de economiste...

Voorlopig blijft de consument gespaard van de stijgende productiekosten. Sterker nog: in september 2021 daalde het indexcijfer van de consumptieprijzen voor voeding en niet-alcoholische dranken met 1% ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Hoe is dat mogelijk? Het is belangrijk om te weten dat, in de contracten die worden afgesloten tussen voedingsproducenten en de grootwarenhuizen, de prijzen doorgaans voor het hele jaar worden vastgelegd. Zoals hierboven aangegeven, was de stijging van de productiekosten, de omvang en de duur ervan echter niet voorzien en werd er dus geen rekening mee gehouden in de contracten voor 2021. Onze bedrijven moesten dit een heel jaar lang ondergaan en hebben ondertussen de stijging van de productiekosten zelf moeten opvangen, wat echter onhoudbaar is. 

We gaan nu de periode van contractonderhandelingen voor het komende jaar in. Onze bedrijven zullen jammer genoeg geen andere keuze hebben dan hun verkoopprijzen te verhogen. Hun rentabiliteit, die al meer dan vijftien jaar daalt, bereikt dit jaar wellicht een historisch dieptepunt. Het is dan ook onvermijdelijk dat de consument meer zal moeten betalen voor zijn voedingsproducten en dranken.

Lees hierover onze Food & Figures Operationele marge bijna op een historisch dieptepunt (2,7%)

... voldoet aan de belangen van de consument

Enerzijds nemen de financiële middelen van onze bedrijven af en anderzijds nemen de eisen die we aan voeding stellen toe. Als consumenten willen we immers allemaal lekker, kwalitatief, betrouwbaar, veilig, gevarieerd, evenwichtig en duurzaam eten op ons bord. En dat is waar onze bedrijven en onze food heroes elke dag aan werken. Met de investeringen van vandaag, produceren onze bedrijven voeding die voldoet aan de wensen van de consument van morgen. Zonder voldoende rentabiliteit komen er geen investeringen. En zonder investeringen is er geen innovatie en ook geen werkgelegenheid. En iedereen, ook de consument, zou er nadeliger uitkomen. 

Conclusie?

Het is van essentieel belang dat de prijs die de consument betaalt, de juiste prijs voor voeding en dranken weerspiegelt. Dat wil zeggen: een prijs die elke schakel in de voedingsketen in staat stelt om kwaliteitsvolle, veilige en duurzame producten aan te bieden. En wanneer de productiekosten stijgen, zeker in zo’n aanzienlijke mate, is het economisch onvermijdelijk dat de consument dit merkt aan zijn kasticket.