Wat leren de boerenprotesten ons?

20.02.2024

Wordt 2024 het jaar van de industrie? Het nieuwe jaar kent alvast een bewogen start en toont dat we werk moeten maken van een voedingssysteem dat ook duurzamer is in de economische zin, met evenwichtige overeenkomsten en een eerlijke prijs voor elke schakel in de keten. Op zich geen nieuw gegeven, maar de boerenprotesten maken het weer brandend actueel. Dit leren we nogmaals uit de gebeurtenissen.

1. Geen voeding zonder landbouw

Donderdag 1 februari, 9 uur. Waar de auto’s normaal in volle ochtendspits door de Belliardstraat voorbijrijden, heerst er stilte. Rijstroken werden ingeruild voor parkeerplaatsen voor tractoren van landbouwers.

Ietwat verderop voerden landbouwers luidkeels protest aan het Luxemburgplein. Want ze zijn boos. Tussen de stiltes door, hoorden we vanuit het kantoor van Fevia claxons, kreten en bommetjes.

We horen het protest, maar luisteren des te meer naar de bezorgdheden van de landbouwers. De Belgische voedingsindustrie is nauw verweven met de Belgische landbouw. Maar liefst 60% van de grondstoffen die we gebruiken, komt van eigen bodem. We hebben elkaar dus nodig. En een sterke, lokaal verankerde agrovoedingsketen is belangrijk om onze voedselvoorziening te waarborgen, zodat we daarvoor niet afhankelijk worden van het buitenland.

Voedingsbedrijven en landbouwers delen dezelfde bezorgdheden: hoge administratieve lasten, complexiteit, rechtsonzekerheid, een tsunami aan regionale, nationale en internationale verplichtingen en vereisten inzake duurzaamheid die op de agrovoedingsketen afkomen... Die wegen allemaal op de rendabiliteit en competitiviteit van onze bedrijven en vereisen belangrijke investeringen die met de huidige beperkte marges moeilijk kunnen worden gefinancierd.

De partners van de Belgische agrovoedingsketen vragen dan ook aan beleidsmakers een aangepast kader waarin we al deze verplichtingen beheersbaar houden. Diezelfde boodschap deelde collega Anne Reul onder andere in het Franstalige programma ‘QR’ van RTBF, waar alle schakels uit de keten op aanwezig waren en Waals minister van landbouw Willy Borsus: “De overheid heeft alle hefbomen om ons land opnieuw competitief te maken en de administratieve rompslomp weg te werken.”

© RTBF© RTBF

© RTBF© RTBF

De Belgische agrovoedingsketen is een strategische economische speler in België. 
Samen formuleerden ze vijf prioriteiten naar de overheid

2. Tijd voor dialoog

Landbouwers vinden dat te veel “over” hen, maar niet “met” hen wordt gepraat. Voor velen is de maat vol en die laten nu volop hun stem horen. Onze CEO Bart Buysse nam onlangs deel aan het programma De Zevende Dag van VRT. Hij ging aan tafel met de andere schakels uit de keten en politicus Wouter Beke. Samen bespraken ze hoe we voeding kunnen herwaarderen en hoe elke schakel daarin een correcte verloning krijgt. En wat blijkt? Er is nood aan een nauwere samenwerking tussen het beleid en het Belgisch ketenoverleg, dat niet alleen betrokken mag worden als het huis in brand staat.

© VRT© VRT

© VRT© VRT

Landbouwers zitten in dat overleg mee aan tafel. En terecht ook, want sterke partnerships en eerlijke handelspraktijken zijn twee voorwaarden om kwalitatieve producten voor een correcte prijs op de markt te brengen.

Als centrale schakel in de agrovoedingsketen spelen we graag onze rol in het verduurzamen van ons voedingssysteem. In november organiseerde Fevia daarom een rondetafelgesprek over hoe we de ‘correcte’ prijs kunnen bepalen. Landbouworganisaties, voedingsbedrijven, actoren uit de retail, academici, vertegenwoordigers van de overheid en middenveldorganisaties bespraken onder meer welke factoren bepalend zijn om een correcte prijs te definiëren. 

Het resultaat van dat gesprek destilleerden we in tien inzichten, die vandaag meer dan ooit relevant zijn. De boerenprotesten kunnen een katalysator zijn om hierrond binnen het ketenoverleg en met de beleidsmakers afspraken te maken. De oprichting van de nieuwe Taskforce Agrofood, op initiatief van ministers Clarinval en Dermagne en staatssecretaris Bertrand, is alvast een stap in de juiste richting.

Er zit een barst in ons voedingssysteem en die moet hersteld worden. Dat kan alleen maar via samenwerking tussen alle schakels in de keten tot aan de consument. Dat betekent: een juiste prijs betalen die de kosten dekt van een kwalitatieve, duurzaam en lokaal geproduceerde voeding en die ruimte laat voor innovatie en investeringen.

Benieuwd naar de deelnemers hun takeaways uit het rondetafelgesprek?
Bekijk ze hier

3. De overheid en de consument betrekken

Laten we de koppen bij elkaar steken en een fundamentele discussie voeren over hoe we een duurzaam verdienmodel kunnen creëren voor alle schakels in de keten. Dat hangt niet alleen af van een betere samenwerking tussen de schakels in de keten. Ook het kader waarin zij werken, is daarvoor belangrijk. 

Denk maar aan onze hoge loon- en energiekosten, de fiscaliteit en de vele administratieve lasten en verplichtingen die een impact hebben op de prijs van voeding en die wegen op de marges in de keten. Daarmee moeten landbouw- en voedingsbedrijven heel wat investeringen financieren. De transitie naar een duurzamer voedingssysteem vergt namelijk heel wat aanpassingen. De spreidstand tussen te beperkte marges en enorme investeringen en risico’s is te groot. 

Daarom moet ook de overheid mee in bad, want ze heeft op dat vlak veel hefbomen in handen. Om te zorgen voor een gelijk speelveld, zodat we competitief blijven met de landbouw en voedingsbedrijven in het buitenland. Om de noodzakelijke transitie behapbaar te houden en landbouw- en voedingsbedrijven daarin te begeleiden en ondersteunen. Om te zorgen voor rechtszekerheid en investeringszekerheid. Want een systeem is pas duurzaam als het ook economisch duurzaam is. 

Voeding moet steeds meer aan vereisten voldoen. Die vergen heel wat inspanningen van onze producenten in de landbouw en voedingsindustrie. Die hebben een prijs. De consument moet daarvan bewust worden gemaakt. Voeding moet opnieuw zijn juiste waarde krijgen. Ook daarbij kan de overheid ons helpen.

Als we samen goede afspraken maken, ketenpartners én beleidsmakers, dan kunnen we ervoor zorgen dat ons voedingssysteem duurzamer wordt, de situatie verbetert voor alle schakels in de keten en de prijs correct blijft voor de consument. Dan vaart iedereen er wel bij. Food for thought...