5 redenen om te investeren in lokale voedingsketens

05.05.2022

De vraag naar lokaal geteelde en plantaardige voeding neemt toe. Om aan deze groeiende markttrend tegemoet te komen, zet de Belgische voedingsindustrie in op de ontwikkeling van lokale en duurzame bevoorradingsketens. Het gaat onder meer om spelt, koolzaad, eiwithoudende erwten, broodtarwe en nieuwe vleesvariëteiten. Verschillende projecten namen een start om de samenwerking tussen landbouwers en producenten te bevorderen. Vertegenwoordigers van de sector en enkele bedrijven leggen uit waarom de lokale voedingsketens een toekomst hebben in België.

© Bio Bakkerij De Trog

Een boomende markt

De consumenten willen meer lokale producten en meer producten op basis van plantaardige eiwitten. Voor de Belgische voedingsindustrie is de ontwikkeling van nieuwe lokale ketens of de versterking van bestaande ketens een uitgelezen kans om aan deze nieuwe verwachtingspatronen van de markt te voldoen en toegevoegde waarde te creëren.

Cosucra, het bedrijf dat de eerste Belgische vegetarische burger lanceerde, volgt deze ontwikkeling op de voet en verwacht een toename van de consumptie van plantaardige eiwitten. 

“Op Belgisch niveau stelden we vast dat we voor plantaardige eiwitten alleen geïmporteerde producten en ingrediënten uit verre landen konden verkrijgen, die niet altijd aan de verwachtingen van de consument voldeden", zegt Eric Bosly, algemeen directeur van Cosucra. “Daarom kozen wij ervoor hoofdzakelijk te werken met Belgische ingrediënten van de best mogelijke kwaliteit, zoals koolzaad en erwten. We werken daarvoor samen met lokale coöperaties. In België gebruiken we vandaag 3.500 hectare voor de teelt van peulvruchten, voornamelijk erwten. Ons doel is om naar 15.000 hectare te evolueren tegen 2030.”

Een pluspunt voor de circulaire economie

Wat de circulaire economie betreft, zorgen kortere ketens in het algemeen voor meer efficiëntie: minder vervoer, minder voedselverspilling, betere kwaliteitscontrole, enzovoort. De spelers kennen elkaar en dit komt ook de samenwerking ten goede. Terwijl plantaardige eiwitten sterk in opmars zijn in België, bestaat er ook potentieel voor andere landbouwproducten, zoals broodtarwe. 

Bio Bakkerij De Trog, dat een brood van Belgische tarwe op de markt bracht, bevestigt dit. “We garanderen een korte keten en eerlijke landbouw, we investeren in lokale biodiversiteit en we beperken onze ecologische voetafdruk”, zegt directeur Hendrik Durnez.

Het nieuwe brood van Bio Bakkerij De Trog, gemaakt van Belgische tarwe, is het resultaat van een nauwe samenwerking met een boer, een molenaar, een bakker en een verdeler, allemaal lokaal. Door een broodvariëteit te creëren uit tien verschillende tarwesoorten, vermijdt de onderneming bovendien ziektes of uitputting van de bodem. 

Meer waar voor je geld 

“Door sectoren of veeteelt met een toegevoegde waarde te ontwikkelen komen we tegemoet aan de nieuwe marktvraag, kunnen we onze lokale landbouwproductie opwaarderen en onze landbouwers en de hele keten afzetmogelijkheden bieden", zegt Anne Reul, secretaris-generaal van Fevia Wallonie.

“België is een klein land, maar heeft een vruchtbare bodem en een gunstig klimaat voor de teelt van lokale landbouwproducten. Bovendien beschikken onze landbouwers en industrie, samen met de onderzoekscentra, over de deskundigheid en knowhow om hier nieuwe waardeketens te creëren”, voegt Nadia Lapage, secretaris-generaal van Fevia Vlaanderen, eraan toe. 

Hetzelfde gaat op voor Moulins de statte. “Er is zeker potentieel voor de teelt van broodtarwe in een land als België, dat een hoog niveau van professionalisme kent, maar de hele keten mag beter gevaloriseerd worden. Als lokale tarwe een betere prijs zou krijgen, zouden de boeren die graag aanbieden”, zegt algemeen directeur Guy de Mol. Moulins de Statte bevoorraadt zich wel voor een stuk in België, maar haalt haar tarwe grotendeels uit Frankrijk en Duitsland, waar de prijs van de landbouwgronden en de productie- en arbeidskosten lager zijn. “Het is ook een kwestie van culturele waarden. In Duitsland is er van oudsher meer waardering voor de boerenstiel, als diegene die zorgt voor het dagelijkse eten.” 

Inzetten op meer veerkracht 

Bedrijven denken ook na over hun grondstoffenbevoorrading, die onder druk staat door de klimaatverstoring, de coronacrisis en meer recent het conflict in Oekraïne. Met lokale bevoorradingsketens kan een sterker en minder afhankelijk voedingssysteem tot stand komen. “Het is in het belang van bedrijven om lokaal in te kopen wanneer dat kan en wanneer de grondstoffen aan hun behoeften voldoen”, zegt Nadia Lapage van Fevia Vlaanderen. “Er is dus noodzaak aan een goed evenwicht tussen de verschillende bevoorradingsbronnen, zonder daarbij de wereldmarkt uit het oog te verliezen.” 

Indirect ondervindt Moulins de Statte ook de invloed van het conflict in Oekraïne op de prijs van de tarwe die zij verwerkt tot meel. “Zelfs als we lokaal kopen, voelen we de prijsstijgingen door het domino-effect”, zegt Guy de Mol. “Maar voor ons Bayard-meel werken we uitsluitend met boeren uit Haspengouw, met wie we een overeenkomst hebben over een vaste stabiele prijs. Dit biedt een belangrijk voordeel in het licht van de stijgende wereldprijzen.” 

Er is politieke wil

De Waalse regering richt zich in haar herstelplan op de ontwikkeling van lokale ketens en de Waalse Boerenbond steunt een project voor de productie van plantaardige eiwitten. Twee initiatieven waar Fevia Wallonië en innovatiecluster Wagralim graag de schouders onder zetten. 

De Vlaamse regering lanceerde de Vlaamse eiwitstrategie 2021-2030 om meer plantaardige eiwitbronnen in onze voeding te introduceren. Ook Fevia Vlaanderen en speerpuntcluster Flanders' FOOD zijn daarbij betrokken partij. Ten slotte krijgen de landbouwers en de voedingsindustrie, zowel in Wallonië als in Vlaanderen, steun en financiële stimuli om hen ertoe aan te zetten bepaalde gewassen te telen.  

Fevia Wallonie en Fevia Vlaanderen steunen, in samenwerking met Wagralim en Flanders' FOOD, verschillende projecten. Voorbeelden zijn WALLEP (spelt), Go4Plant (alternatieve eiwitten), Marguerite Happy Cow (zuivel), LemnaPro (eendenkroos) en Protealis (soja). Bovendien ontwikkelde Flanders' FOOD het programma "Resilient and Sustainable Agrifood Systems", met onder meer de keten "van varken tot charcuterie".

Ontdek in de duurzaamheidsroadmap van de Belgische voedingsindustrie hoe voedingsbedrijven samenwerken om meer met lokale grondstoffen te produceren