Hoe steeds meer circulair ondernemen?

14.06.2019

De klimaatmarsen, de klimaatspijbelaars, het verbod op het éénmalig gebruik van bepaalde soorten plastic, grote schoonmaakacties in de strijd tegen het zwerfvuil, de nieuwe circulaire economie en de beschikbaarheid van voldoende water. Milieu-thema’s staan duidelijk hoog op de maatschappelijke agenda. Wij vroegen in de nasleep van de verkiezingen aan Ann Nachtergaele, Environmental Affairs & Energy bij Fevia, naar de groene ambities van de Belgische voedingsindustrie. “In tegenstelling tot wat de media laat uitschijnen, staan de strijd tegen de klimaatopwarming en voor een duurzame toekomst al jaar en dag hoog op de politieke agenda.”

Dag Ann, ook voedingsbedrijven voelen zich ongetwijfeld aangesproken door het huidige debat rond het klimaat?

“Dat is niet onlogisch, toch? Belgen komen via de klimaatmarsen talrijk op straat om de wereld voor de volgende generaties leefbaar te houden. Weet dat voedingsbedrijven ook luisteren naar die maatschappelijke bezorgdheden. Wij hebben energie nodig om voeding en dranken te produceren. Maar laat ons duidelijk zijn: het is niet zo dat de voedingsindustrie heeft gewacht op de klimaatmarsen om milieu hoog te agenderen. Wij gaan hier al jarenlang mee aan de slag. Kijk maar naar ons online duurzaamheidsverslag of naar ons memorandum: samen de klimaatdoelstellingen kunnen behalen is één van de ingrediënten in ons recept om circulair te ondernemen.”

Hoe draagt de voedingsindustrie precies bij aan de klimaatdoelstellingen?

“Door te investeren in maatregelen en technologieën om steeds energiezuiniger te produceren. Om de klimaatdoelstellingen te halen, moet de hoeveelheid broeikasgassen – vooral koolstofdioxide (CO2) - naar beneden. De Belgische voedingsindustrie slaagde erin om sinds 1990 de CO2-uitstoot met 26% te doen dalen. Dat terwijl onze productiecapaciteit in diezelfde periode meer dan verdubbelde. Dat is allesbehalve vanzelfsprekend! Eén van de succesfactoren zijn de vrijwillige sector-akkoorden die bedrijven in Vlaanderen en Wallonië kunnen afsluiten om hun energie-efficiëntie te verbeteren en hun CO2-uitstoot te verminderen. Maar liefst 170 van onze voedingsbedrijven gingen zo’n verbintenis aan. Wij vragen duidelijk aan de overheden om dit beleid verder te zetten.”

Hoever kun je gaan in het reduceren van broeikasgassen: the sky is the limit?

“We willen absoluut verder gaan op de ingeslagen weg, maar dat kunnen we niet alleen. Onze bedrijven hebben de ambitie om hun CO2-emissies verder te reduceren, op voorwaarde dat de juiste technologieën daarvoor beschikbaar zijn. Bovendien: 95% van onze voedingsbedrijven zijn kmo’s. Het ontbreekt hen vaak aan tijd en middelen om te investeren in energiebesparende maatregelen. Daarom bracht de industrie het innovatief proefproject EFES (Easy Food Energy Savers) tot leven, waarbij een energiecoach of “ontzorger” Vlaamse voedingsbedrijven helpt om energiebesparende maatregelen toe te passen. En het project lijkt na één jaar effectief aan te slaan. Van de 25 kmo’s die al op de kar sprongen, realiseerde 1/3de van de bedrijven al energiebesparingen. Voor ons is de way forward ook in de andere gewesten.”

Kunnen beleidsmakers bedrijven helpen om nog energie-efficiënter te worden?

“We vragen aan beleidsmakers om een energiebeleid op poten te zetten dat kmo-gericht is en innovatie stimuleert. Want enkel op die manier kunnen voedingsbedrijven duurzaam groeien. Ook wij moeten denken aan onze financiële situatie. Want wat voor een consument geldt, geldt uiteraard ook voor een voedingsbedrijf. Concreet komt het op drie vragen neer. Ten eerste: geen CO2-taksen op voedingsproducten. Daarnaast een verlaging van de energiekosten voor de kleine energie-intensieve bedrijven. En tot slot vragen we ondersteuning voor kmo’s bij de implementatie van energiezuinige maatregelen.”

Ook verpakkingen moeten duurzamer worden.

“Dankzij Fost Plus en Val-I-Pac is ons land Europees recyclagekampioen. Het overgrote deel van onze verpakkingen wordt al gerecycleerd of gevaloriseerd. Toch zijn we er als sector van overtuigd dat we het verpakkingsbeleid nog duurzamer kunnen maken. We gaan dus verder, met een ambitieus verpakkingsplan dat we in 2018 ontwikkelden. Naast dat plan voor de gehele sector namen 9 van onze grootste bedrijven een reeks engagementen voor hun bedrijf, om de impact van verpakkingen te verlagen en zwerfvuil aan te pakken. Het gaat om AB InBev, Alken-Maes, Coca-Cola, Danone, Mars, Nestlé, Spadel, Pepsico en Unilever. We bundelden alle sector- en bedrijfsengagementen op de website www.verpakkingen2025.be.”

Vandaag staat vooral plastic in het oog van de storm?

“Dat klopt. Ik wil wel pleiten voor een evenwichtig debat dat de voor- en nadelen van plastic verpakkingen afweegt. Het is geen zwart-wit verhaal. Verpakkingen hebben een nut en zeker plasticsverpakkingen. Laat het duidelijk zijn: wij investeren al jaren in duurzamere en milieuvriendelijke verpakkingen. Dat vraagt tijd en heel wat innovatie. Samen met onze leden ontwikkelden we bij Fevia ook preventieplannen die zorgden voor een stabilisatie van de hoeveelheid verpakkingen die op de markt komen. En dat terwijl onze productie bleef aangroeien en consumenten onze producten vaker buitenshuis consumeren.”

Meer consumptie buitenshuis betekent ook meer zwerfvuil?

“Zwerfvuil is een probleem dat iedereen stoort, ook onze bedrijven. En het gaat om veel meer dan plastic verpakkingen. Je vindt nog maar al te vaak sigarettenpeuken, papiertjes, blikjes en ander afval die ons straatbeeld serieus vervuilen. We moeten daar een kentering teweegbrengen, maar met een beleid op maat van ons land. Dus rekening houdend met onze problematiek van grensaankopen en met de succesvolle blauwe zak. Ook wij hebben daarin een verantwoordelijkheid. Onze doelstelling is dat het aandeel van huishoudelijke verpakkingen in zwerfvuil tegen 2025 met 50% afneemt.”

Hoe pakt de sector dat aan?

“We investeren als sector zowel in Vlaanderen als in Wallonië  en Brussel jaarlijks mee in een beleid dat inzet op verschillende pijlers: zowel op sensibilisering als handhaving en infrastructuur, en participatie. Dat is een werk van lange adem maar acties van de Mooimakers in Vlaanderen en BeWaPP in Wallonië, zoals de grote lenteschoonmaken, tonen dat er iets beweegt. Laten we samen met alle actoren verder gaan op die ingeslagen weg en mikken op een fundamentele gedragsverandering. Daarmee gaan we uiteindelijk veel meer bereiken dan met een systeem van statiegeld waar sommigen voor pleiten.”

Past de uitbreiding van de blauwe zak ook in dat plaatje?

“Zeker en vast! Eén van onze doelstellingen uit het verpakkingsplan is om tegen 2023 liefst 65% van de plastic verpakkingen te recycleren. Dat is veel meer dan wat Europa vooropstelt. De uitbreiding van de blauwe zak draagt hiertoe bij. Iedereen in België mag binnenkort, naast plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, ook andere plastic verpakkingen als botervlootjes, schaaltjes, zakjes, yoghurtpotjes, folies, … in die zak inzamelen. Want hoe meer we sorteren, hoe meer we recycleren. Op basis van pilootprojecten zijn wij zeker dat de hoeveelheid restafval per Belg met 7 à 8 kg per jaar zal terugdringen. Knap, toch?”

Wie financiert de Nieuwe Blauwe Zak?

“De Nieuwe Blauwe Zak is een initiatief van Fost Plus en de bedrijven die verpakte producten op de markt brengen. Dit is volledig door het bedrijsleven gefinancieerd. De producenten en winkeliers betalen 107 miljoen euro per jaar aan Fost Plus voor onder andere de ophaling en verwerking van PMD-afval via de blauwe zak. En met de uitbreiding van de blauwe zak komt daar nog eens 40 miljoen euro bij. De verpakkende industrie betaalt ook vandaag een federale verpakkingsheffing van 320 miljoen euro per jaar. Dit gaat gewoon in de staatskist. Laat ons dat geld liever gebruiken voor een efficiënt verpakkingsbeleid."

Waarom gebeurt de intrede van de Nieuwe Blauwe Zak geleidelijk aan?

“Meer plastic recycleren vraagt investeringen en goede afspraken. We willen daarom alle partijen, denk aan de sorteercentra en de recycleurs, voldoende tijd geven om de nodige investeringen te kunnen realiseren. De machines van sorteercentra moeten afgestemd zijn op het recycleren van alle soorten plastic. Daarom zal de Nieuwe Blauwe Zak geleidelijk aan heel België veroveren: tegen eind 2020 kan elke Belg meer recycleren. Zo evolueren we verder naar een circulair verpakkingsbeleid.”

Een andere “hot topic” is de waterschaarste: hoe kijkt de voedingsindustrie daar tegenaan?

“Om voeding te produceren heb je water nodig. Onze sector is zich dus al langer bewust van de kostbaarheid van water. Onze bedrijven voeren al jarenlang inspanningen om hun watervoetafdruk te verminderen. Op ruim 10 jaar tijd slaagden ze erin om het waterverbruik per ton product met maar liefst 39% te verminderen. Steeds meer van onze bedrijven zetten in op waterhergebruik en alternatieve waterbronnen. We pleiten dan ook voor een integraal waterbeleid dat voedingsbedrijven stimuleert om verder in te zetten op innovatie en andere samenwerkingsverbanden met wateractoren. In tegenstelling tot vandaag, waarbij de ingewikkelde en te strenge wetgeving de groei van de bedrijven belemmert.”

Ons land competitief houden is dus de boodschap.

“Dat klopt. Wist je trouwens dat België een logistieke draaischijf is? Dat is een unieke troef die ons land aantrekkelijk maakt voor binnen- en buitenlandse investeerders. Een vlotte toegang tot de steden, havens en de Europese markt is van cruciaal belang voor de korte- en langetermijnstrategie van onze voedingsbedrijven. Het alsmaar toenemende fileprobleem en de divergerende stedelijke regelgeving rond venstertijden en massabeperkingen ondergraven onze positie als “logistieke draaischijf van Europa”.

Onlangs keurde de Vlaamse overheid nieuwe trajecten goed, waar ‘supertrucks’ mogen rijden

“Eco-combi’s mogen zowel in Wallonie als in Vlaanderen rijden. Naast de ecocombi’s vragen wij ook de toelating voor iets langeren en zwaardere vrachtwagens die op veel meer wegen zouden kunnen rijden. Met dit soort vrachtwagens kan per ton product onmiddellijk minder CO2 uitgestoten worden.”

Lost dit de fileproblematiek op?

“Gedeeltelijk omdat minder vrachtwagens moeten rondrijden maar wij geloven veel meer in een slimme kilometerheffing voor iedereen. De kilometerheffing die vandaag enkel van toepassing is op vrachtwagens maakt de logistieke uitdaging enkel groter. Omdat voeding een product is met een lage waarde per getransporteerd volume, heeft die kilometerheffing een negatieve impact op de competitiviteit van onze voedingsbedrijven. En dat zonder ook maar iets te verbeteren aan de fileproblematiek!”

And last but not least: wat is de logistieke oplossing hiervoor?

“Wij vragen een lichte verhoging van de maximale toegelaten massa naar 50 ton en/of de lengte van een oplegger met 1,2 meter. Tot slot een slimme kilometerheffing in functie van uren en dagen, waarvan de opbrengst volledig terugvloeit naar de getroffen sector of naar logistieke infrastructuur.”

Op www.feviamemorandum.be vindt u alle recepten van de Belgische voedingsindustrie voor een welvarende, duurzame en gezonde toekomst.